ECLI:NL:GHAMS:2022:900
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging na onvoldoende bewijs van betrokkenheid verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging, gepleegd op 5 april 2019 in Utrecht. De aangeefster verklaarde dat zij door de verdachte en medeverdachten was aangevallen, waarbij een honkbalknuppel zou zijn gebruikt. Tijdens de zitting in hoger beroep op 9 maart 2022 heeft de advocaat-generaal gepleit voor bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte.
Het hof heeft de verklaringen van de aangeefster en getuigen beoordeeld. De aangeefster had geen directe verklaring over de verdachte en de getuigen konden niet met zekerheid zeggen wat zij hadden waargenomen. De verklaringen waren niet voldoende betrouwbaar om de verdachte te veroordelen. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld, waardoor de verdachte niet kon worden veroordeeld.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om de betrokkenheid van een verdachte duidelijk aan te tonen.