Op 16 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 10 augustus 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 12 juli 2021 in Haarlem een diefstal heeft gepleegd, waarbij hij het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, met aftrek van voorarrest. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij tot € 200,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De benadeelde partij is voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, wat betekent dat hij deze alleen bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen gelast, die aan de verdachte waren opgelegd in andere zaken. De aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade is vastgesteld op 12 juli 2021.