ECLI:NL:GHAMS:2022:688
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omzetting van curatele naar bewind en de voorkeur van de rechthebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omzetting van curatele naar bewind voor de rechthebbende. De rechthebbende, geboren in 1970, was sinds 2011 onder curatele gesteld en had in 2018 een nieuwe curator, [bewindvoerder], toegewezen gekregen. De rechthebbende verzocht om de curatele om te zetten in bewind en om [informant] als nieuwe bewindvoerder te benoemen, omdat zij ontevreden was over de huidige bewindvoerder. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 februari 2022 zijn de rechthebbende en de bewindvoerder verschenen, maar de zoon van de rechthebbende en [informant] waren niet ter zitting aanwezig.
Het hof overweegt dat de rechthebbende in beginsel de voorkeur heeft bij de benoeming van de bewindvoerder, tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. De rechthebbende heeft aangegeven dat zij geen goed contact heeft met de huidige bewindvoerder en dat deze zijn taken niet naar behoren uitvoert. De bewindvoerder heeft echter betoogd dat hij de situatie naar behoren beheert en dat de problemen van de rechthebbende niet zullen verdwijnen met een andere bewindvoerder. Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende zich tijdens de zitting ontremd gedroeg en dat er twijfels zijn over haar vermogen om de gevolgen van een wijziging van bewindvoerder te overzien.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat er gegronde redenen zijn om de voorkeur van de rechthebbende niet te volgen. De huidige bewindvoerder heeft ervaring met complexe dossiers en biedt de noodzakelijke financiële begrenzing. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, waarmee de benoeming van de huidige bewindvoerder is gehandhaafd.