ECLI:NL:GHAMS:2022:684
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het gezag over een minderjarige en verzoek om deskundigenonderzoek
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind, [kind 1]. De vader en moeder hebben beiden in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin het gezag over [kind 1] werd beëindigd en de gecertificeerde instelling (GI) werd benoemd tot voogd. De vader verzoekt om vernietiging van de beschikking en stelt dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar zijn opvoedsituatie. De moeder vraagt om het gezag bij haar te laten berusten, maar ook bij de vader als dat niet mogelijk is. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 31 januari 2022 gehouden, waarbij beide ouders, hun advocaten, de raad voor de kinderbescherming en de GI aanwezig waren.
De feiten van de zaak tonen aan dat [kind 1] sinds zijn geboorte in een pleeggezin verblijft, na een eerdere ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. De ouders hebben een problematische relatie gekend, met huiselijk geweld en andere problemen die hun opvoedcapaciteiten in gevaar hebben gebracht. De raad voor de kinderbescherming heeft geconcludeerd dat beide ouders niet in staat zijn om de zorg voor [kind 1] op zich te nemen, en dat het in het belang van het kind is dat hij in het pleeggezin blijft. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van [kind 1] voorop staat. De vader's verzoek om deskundigenonderzoek werd afgewezen, omdat dit niet in het belang van het kind zou zijn.
De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van een stabiele en veilige opvoedsituatie voor [kind 1], en dat de ouders, ondanks hun goede bedoelingen, niet in staat zijn om deze te bieden. Het hof heeft ook een informatieregeling vastgesteld, waarbij de ouders maandelijks op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen van [kind 1].