ECLI:NL:GHAMS:2022:652
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen vader en minderjarige kinderen na echtscheiding met ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een vader en zijn vijf minderjarige kinderen. De vader, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank, verzocht om een onbegeleide omgangsregeling met zijn kinderen, terwijl de moeder en de gecertificeerde instelling (GI) zich verzetten tegen deze wijziging. De ouders zijn sinds 2018 gescheiden en de kinderen staan onder toezicht van de GI. De rechtbank had eerder een begeleide omgangsregeling vastgesteld, waarbij de omgang tussen de vader en de kinderen was opgesplitst. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de voorgeschiedenis van de omgang en de communicatie tussen de ouders. Het hof concludeerde dat de huidige regeling in het belang van de kinderen is en dat er geen aanleiding is om deze te wijzigen. De vader had eerder problemen met het naleven van de omgangsregeling en er waren zorgen over de impact van volwassenenproblematiek op de kinderen. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de vader afgewezen. Tevens is besloten dat partijen elk hun eigen proceskosten dragen.