ECLI:NL:GHAMS:2022:561

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
200.296.750/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen een notaris over onterecht gefactureerde kosten bij woningverkoop

In deze zaak gaat het om een klacht van klaagster, die een woning heeft verkocht, tegen de notaris die de akte van levering heeft gepasseerd. Klaagster heeft een aantal kosten gefactureerd gekregen door de notaris, die volgens haar voor rekening van de kopers zouden moeten zijn. De klacht is deels niet-ontvankelijk verklaard en deels ongegrond. De kamer voor het notariaat in Arnhem-Leeuwarden had eerder geoordeeld dat klager niet in zijn klacht kon worden ontvangen, omdat niet was komen vast te staan dat hij als oud-notaris een zelfstandig en redelijk belang had. De kamer verklaarde klachtonderdeel 3 gegrond, maar de klachtonderdelen 1 en 2 ongegrond. Klaagster heeft op 1 juli 2021 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 9 december 2021 heeft klager verklaard dat hij het hoger beroep intrekt en alleen optreedt als gemachtigde van klaagster. Het hof heeft de zaak vervolgens beoordeeld en geconcludeerd dat de notaris zijn kosten in rekening heeft gebracht overeenkomstig de afspraken in de koopovereenkomst. Het hof oordeelt dat de uitleg van de notaris over de kosten niet onbegrijpelijk is en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Uiteindelijk heeft het hof alle klachtonderdelen ongegrond verklaard en de beslissing van de kamer in haar geheel vernietigd.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.296.750/01 NOT
nummer eerste aanleg : C/05/381692 / KL RK 20-160
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 22 februari 2022
inzake

1.[klager] ,

oud-notaris,
wonend te [plaats] ,
2. [klaagster],
wonend te [woonplaats] ,
appellanten,
gemachtigde: appellant sub 1,
tegen
[notaris] ,
notaris te [plaats] ,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. R.H. Hulshof, advocaat te Heerenveen.
Partijen worden hierna klagers (afzonderlijk: klager en klaagster) en de notaris genoemd.

1.De zaak in het kort

Klaagster heeft een woning verkocht. De notaris heeft de akte van levering gepasseerd. Voorafgaand aan de overdracht heeft de notaris een aantal kosten aan klaagster als verkoper gefactureerd, die volgens klagers voor rekening van de kopers zijn.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Klagers hebben op 1 juli 2021 een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 9 juni 2021 (ECLI:NL:TNORARL:2021:31).
2.2.
De notaris heeft op 30 september 2021 een verweerschrift bij het hof ingediend.
2.3.
De notaris heeft op 18 november 2021 nadere stukken bij het hof ingediend.
2.4.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
2.5.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 9 december 2021. Klager (via Skype) en de gemachtigde van de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van de notaris aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota. Klaagster en de notaris zijn niet verschenen.

3.Feiten

Klaagster heeft een woning verkocht. De notaris heeft op 20 november 2020 de akte van levering gepasseerd. Voor het passeren van deze akte heeft de notaris klaagster een factuur toegezonden met notadatum 16 november 2020. Op die factuur is voor kosten inzage
(‘Diverse verplichte inzages (BRP, VIS, CIR, CCBR)’)een bedrag van € 36 en voor kosten betalingsverkeer een bedrag van € 20 opgenomen. Daarnaast heeft de notaris een bedrag van € 35 aan klaagster in rekening gebracht als honorarium voor het opstellen van een volmacht.

4.Standpunt van klagers

De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen.
1) Klagers verwijten de notaris dat hij ten onrechte (te hoge) kosten in rekening brengt voor (verplichte) inzages (in BRP, VIS, CIR en CCBR).
2) Voorts stellen klagers dat de notaris te hoge kosten in rekening brengt voor het opstellen van een passeervolmacht, mede in verband met de maatregelen ter voorkoming en/van verspreiding van het Corona-virus.
3) Ten slotte verwijten klagers de notaris (te hoge) kosten in rekening te hebben gebracht voor betalingsverkeer.
De notaris schaadt door deze misleidende werkwijze het aanzien van het notariaat en vervalst de concurrentie, aldus klagers.

5.Beoordeling

5.1.
De kamer heeft geoordeeld dat klager niet in zijn klacht kan worden ontvangen, aangezien niet is komen vast te staan dat klager als oud-notaris een zelfstandig en redelijk belang heeft bij deze klacht. De inhoudelijke beoordeling door de kamer ziet daarom alleen op het belang van klaagster. De kamer heeft klachtonderdeel 3 gegrond verklaard en de klachtonderdelen 1 en 2 ongegrond verklaard. De kamer heeft afgezien van het opleggen van een maatregel en de notaris veroordeeld tot betaling aan klaagster van € 50 aan griffierecht.
Ontvankelijkheid klager
5.2.
Ter zitting in hoger beroep heeft klager verklaard dat hij het hoger beroep – voor zover dat namens hemzelf is ingediend – intrekt en in hoger beroep slechts optreedt als gemachtigde van klaagster. Het hof is daarom, evenals de kamer, van oordeel dat klager niet in zijn klacht kan worden ontvangen.
Klachtonderdelen 1, 2 en 3
5.3.
Gezien de onderlinge samenhang zal het hof de klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.
5.4.
Een opdrachtgever is aan de notaris als opdrachtnemer loon verschuldigd. Er is geen algemene regel die voorschrijft wat de omvang van het loon is, dat de notaris in rekening mag brengen. Verschillende notarissen kunnen daarmee in de praktijk verschillend omgaan. Het is aan de individuele notaris om met degenen die zijn diensten inroepen, af te spreken welke tarieven hij daarvoor hanteert. Daarbij dient het uitgangspunt te zijn dat duidelijkheid bestaat omtrent de door de notaris in rekening te brengen kosten.
In dit geval is tussen klaagster en de kopers een koopovereenkomst gesloten. In deze koopovereenkomst is bepaald dat de koper het recht heeft de notaris aan te wijzen. Zowel klaagster als de kopers van de woning zijn als opdrachtgever van de notaris aan te merken. De notaris heeft werkzaamheden verricht ten behoeve van beide partijen. In artikel 2.1. van de koopovereenkomst is vastgelegd op welke wijze de kosten voor die werkzaamheden tussen partijen worden verdeeld:
Artikel 2 Kosten/Overdrachtsbelasting
2.1.
De kosten die op de juridische overdracht betrekking hebben en die de notaris
in rekening brengt, zoals overdrachtsbelasting, notariskosten en kadasterkosten,
zijn voor rekening vankoper. De notaris wordt aangewezen doorkoper.
De kosten die de notaris in rekening brengt in verband met aflossing van overbruggingsleningen en/of aflossing en doorhaling van hypotheken en/of beslagen die op de onroerende zaak rusten, zijn voor rekening van verkoper.
De kosten die de notaris in rekening brengt in verband met het vestigen van een hypotheek met betrekking tot de onroerende zaak zijn voor rekening van koper. Eventuele overige kosten die de notaris in rekening brengt, zoals de kosten van een volmacht en de kosten van een tolk, zijn voor rekening van de partij die hiervan gebruik maakt.”
5.5.
De notaris heeft toegelicht dat hij zijn kosten in rekening heeft gebracht overeenkomstig die afspraak. Het hof is geen regel bekend die dat verbiedt en klaagster heeft ook niet aangetoond waarom de notaris dat zo niet heeft mogen doen.
5.6.
Klaagster geeft kennelijk aan de afspraak die zij in de koopovereenkomst heeft gemaakt over de kosten van overdracht en de notariskosten een andere uitleg. Dat de notaris de koopovereenkomst zo uitlegt dat de kosten voor de inzages voor rekening van de verkoper (klaagster) komen, is niet onbegrijpelijk en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
Voor de kosten van de passeervolmacht geldt dat deze op grond van artikel 2.1. van de koopovereenkomst voor rekening van klaagster komen, omdat klaagster de partij is die van deze volmacht gebruik heeft gemaakt. De kosten betalingsverkeer hebben, anders dan de kamer heeft geoordeeld, uitsluitend betrekking op werkzaamheden die ten behoeve van klaagster als verkoper zijn verricht. Het gaat immers om overboekingen aan klaagster zelf en aan de door klaagster ingeschakelde makelaar. Het is daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris deze kosten bij klaagster als verkopende partij in rekening heeft gebracht.
5.7.
Uit het voorgaande volgt dat alle klachtonderdelen ongegrond zijn. Omwille van de duidelijkheid zal het hof de beslissing van de kamer in haar geheel vernietigen en een nieuwe beslissing geven.

6.Beslissing

Het hof:
- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep;
- vernietigt de bestreden beslissing;
en opnieuw beslissende:
- verklaart klager niet-ontvankelijk;
- verklaart de klacht op alle klachtonderdelen ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.R. Sturhoofd, J.H. Lieber en M. Bijkerk en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2022 door de rolraadsheer.