ECLI:NL:GHAMS:2022:483

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 februari 2022
Publicatiedatum
18 februari 2022
Zaaknummer
200.292.320/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing onderzoeker in het kader van enquêterecht inzake Funda B.V.

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 14 februari 2022, heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Funda B.V. over de periode vanaf 22 september 2016. Dit volgde op een eerdere beschikking van 10 februari 2022, waarin de Ondernemingskamer al had besloten tot het instellen van een onderzoek. De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking mr. H.M. de Mol van Otterloo aangewezen als onderzoeker. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De zaak betreft een verzoek van de vereniging FUNDABELANG, gevestigd te Utrecht, tegen Funda B.V., gevestigd te Amsterdam. Daarnaast zijn er belanghebbenden, waaronder NVM HOLDING B.V. en de Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs in Onroerende Goederen NVM U.A., die ook betrokken zijn in deze procedure. De advocaten van de verzoekers zijn mr. H.H. Tan, terwijl de verweerders worden bijgestaan door mrs. S.P. Kamerbeek, C.N. van Dooren en K. Notenboom. De belanghebbenden hebben ook hun eigen advocaten, mrs. R. Klashorst en P.P.M. van Kippersluis, en mrs. J. van Borssum Waalkes en M. Deckers.

De beschikking is openbaar uitgesproken en is een belangrijke stap in het onderzoek naar de gang van zaken binnen Funda B.V., dat van groot belang is voor de betrokken partijen en de transparantie binnen de onderneming.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.292.320/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 14 februari 2022
inzake
1. de vereniging
FUNDABELANG,
gevestigd te Utrecht,
2.
[A],
wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
5.
[D],
wonende te [....] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. H.H. Tan, kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUNDA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mrs. S.P. Kamerbeek,
C.N. van Doorenen
K. Notenboom,allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NVM HOLDING B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
2. de vereniging
NEDERLANDSE COÖPERATIEVE VERENIGING VAN MAKELAARS EN TAXATEURS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM U.A.,
gevestigd te Nieuwegein,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. R. Klashorsten
P.P.M. van Kippersluis, beiden kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR FUNDA,
gevestigd te Nieuwegein,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. J. van Borssum Waalkesen
M. Deckers, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 10 februari 2022 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Funda B.V. over de periode vanaf 22 september 2016 en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als onderzoeker, een en ander zoals bedoeld in de beschikking van 10 februari 2022.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van 10 februari 2022 in deze zaak: mr. H.M. de Mol van Otterloo te Amsterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. A.J. Wolfs en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en drs. J.S.T. Tiemstra RA en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof en mr. N.E.M. Keereweer, griffiers, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2022.