In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die niet is verschenen op de zitting. De raadsman van de verdachte heeft aangevoerd dat de dagvaarding in hoger beroep nietig is, omdat deze niet op de juiste wijze is betekend. Volgens artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering dient de betekening van de dagvaarding te geschieden door toezending naar een adres in het buitenland, indien de verdachte niet in Nederland is gedetineerd of ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). In dit geval was de verdachte niet in Nederland gedetineerd en was er geen feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland bekend, maar er was wel een adres in Frankrijk opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat de appeldagvaarding naar dit adres is verzonden, maar dat de postcode ontbrak. Hierdoor is de dagvaarding niet op de voorgeschreven wijze aan de verdachte betekend. Het hof heeft daarom geoordeeld dat de dagvaarding in hoger beroep nietig is en heeft deze verklaard.