Op 9 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 juli 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk en wederrechtelijk onbruikbaar maken van een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort. Het hof heeft vastgesteld dat feit 2, gepleegd op 4 mei 2021 te Amsterdam, bewezen is. De verdachte is vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 250,00 en 5 dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden vervangen bij gebreke van betaling en verhaal. De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.