ECLI:NL:GHAMS:2022:420

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
23-001619-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak betreffende hennepkwekerij en diefstal elektriciteit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1988, was huurder en onderverhuurder van een pand waar op 10 september 2018 een hennepkwekerij werd aangetroffen. Ondanks uitvoerig politieonderzoek is niet met voldoende zekerheid gebleken dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de hennep of hennepplanten in het pand. De tenlastelegging omvatte ook diefstal van elektriciteit, waarbij de verdachte samen met anderen elektriciteit had afgenomen van Liander N.V. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend is bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten heeft begaan, en heeft hem daarom vrijgesproken van beide beschuldigingen. De vordering van de benadeelde partij, Liander N.V., werd niet-ontvankelijk verklaard, en de proceskosten werden door iedere partij zelf gedragen. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001619-21
datum uitspraak: 26 januari 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 28 mei 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-221190-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres 1] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 januari 2022.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.hij op of omstreeks 10 september 2018 te Monnickendam, gemeente Waterland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 16, 48 kilogram hennep(toppen) en/of 800 hennepplanten, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 16 februari 2018 tot en met 10 september 2018 te Monnickendam, gemeente Waterland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, 144,332Kwh electriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan LianderN.V., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen electriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door een of meer zegels teverbreken enof door leidingen/kabels/bedrading om te leggen in elk geval middel van braak en/of verbreking.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
Vrijspraak
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit.
Op 10 september 2018 is in een pand aan de [adres 2] hennep en een hennepkwekerij aangetroffen. Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de verdachte toen huurder en onderverhuurder was van dat pand. Ondanks uitvoerig politieonderzoek naar de strafbare betrokkenheid van de verdachte bij de kwekerij is niet met voldoende zekerheid gebleken dat hij wetenschap had van de aanwezigheid van hennep of hennepplanten in dat pand. Een en ander geldt eveneens voor betrokkenheid van de verdachte bij het manipuleren van de elektriciteitsvoorziening, als gevolg waarvan elektriciteit illegaal en onbetaald ten behoeve van die kwekerij is afgenomen.
Bij deze stand van zaken is het hof anders dan de rechter in eerste aanleg van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De raadsman heeft verzocht om, indien het hof zich onvoldoende geïnformeerd acht om tot vrijspraak van de tenlastegelegde feiten te komen, [getuige] als getuige te horen. Nu het hof de verdachte zal vrijspreken wordt de voorwaarde van het verzoek niet vervuld, en komt het hof niet toe aan een beoordeling van het verzoek.
Vordering van de benadeelde partij Liander N.V.
Het hof zal de verdachte vrijspreken ter zake van het onder 2 tenlastegelegde handelen waarop de vordering van de benadeelde partij Liander N.V. ziet. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
Nu de verdachte aldus in deze procedure niet kan worden beschouwd als de in het ongelijk gestelde partij als bedoeld in artikel 237, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan hij niet worden veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij. Het hof zal daarom bepalen dat iedere partij de eigen kosten draagt.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij Liander N.V.
Verklaart de benadeelde partij Liander N.V. niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. M.L.M. van der Voet en mr. A.C. Huisman, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 januari 2022.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.