ECLI:NL:GHAMS:2022:3778

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
23-001504-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake overtreding Wegenverkeerswet

Op 2 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die op 5 juni 2020 in Avenhorn, gemeente Koggenland, een overtreding heeft begaan van artikel 9, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De politierechter had eerder op 30 april 2021 een vonnis gewezen, waartegen de verdachte in hoger beroep ging. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Dit betekent dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing van het hof is gebaseerd op de overtreding van de Wegenverkeerswet en de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-176856-20
parketnummer hoger beroep : 23-001504-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 2 februari 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 30 april 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
gepleegd
op 5 juni 2020 te Avenhorn, gemeente Koggenland.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, in bijzijn van mr. A. Ivanov, griffier.
mr. S.M.M. Bordenga