In deze zaak, die zich afspeelt in het civiel recht en specifiek het personen- en familierecht, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschappen van de erflater en erflaatster. De verzoeker, [verzoeker], is in hoger beroep gekomen van eerdere beschikkingen van de rechtbank Overijssel, waarin [belanghebbende 3] tot vereffenaar was benoemd. De verzoeker betwist de benoeming en stelt dat hij als executeur in de nalatenschap van zijn ouders had moeten worden benoemd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de nalatenschap niet door een executeur werd beheerd en dat er reden was voor vereffening, gezien de complexe familieverhoudingen en de tegenstrijdige belangen van de betrokken partijen.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof de argumenten van de verzoeker en de verweersters, waaronder [verweerster], gehoord. De verzoeker heeft verschillende grieven ingediend, waaronder dat hij onvoldoende tijd heeft gekregen om verweer te voeren en dat de benoeming van [belanghebbende 3] als vereffenaar niet op de wet is gegrond. Het hof heeft de grieven van de verzoeker en de verweerster in incidenteel hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de benoeming van [belanghebbende 3] als vereffenaar gerechtvaardigd was. Het hof heeft de eerdere beschikkingen van de rechtbank bekrachtigd en de verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afwikkeling van nalatenschappen, vooral in situaties met complexe familieverhoudingen en tegenstrijdige belangen. Het hof heeft de belangen van alle partijen in overweging genomen en vastgesteld dat de benoeming van een onafhankelijke vereffenaar noodzakelijk was voor een ordelijke en rechtvaardige afwikkeling van de nalatenschappen.