Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
de echtelijke woning en de daaraan verbonden hypothecaire geldleningen bij de Rabobankkort samengevat:
- dat de man binnen één week na de beschikking van de rechtbank een selectie van drie makelaarskantoren naar de vrouw zal sturen, na ontvangst waarvan de vrouw binnen één week uit die selectie de taxateur kiest. Partijen zullen binnen één week na de selectie een opdracht geven tot taxatie van de woning, waarbij de taxateur de woning taxeert op een voor partijen bindende, marktconforme taxatiewaarde.
- dat de vrouw de woning zal overnemen tegen de getaxeerde waarde, onder de voorwaarde dat zij binnen twee maanden na de taxatie (schriftelijk) aantoont dat zij de woning kan financieren en dat de bank de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypothecaire geldleningen zal ontslaan. De vrouw zal in dat geval de op de woning rustende hypothecaire geldleningen geheel voor haar eigen rekening nemen en als eigen schuld voldoen;
de drie appartementen in Turkije:
5.De motivering van de beslissing
De man loste regelmatig af op deze schulden totdat deze schulden werden overgedragen aan [X] en [y] . De onderdrukking door deze heren begon in 2020 omdat de afgesproken betaaldatum naderde. Daar de man geen uitweg zag heeft hij de drie appartementen aan hen overgedragen als aflossing van de schulden.” De rechtbank heeft geoordeeld dat de man het bestaan van de schulden onvoldoende heeft onderbouwd, en heeft de man de verkoopopbrengst van de appartementen toebedeeld onder de verplichting de helft daarvan ad € 40.957,78, aan de vrouw te betalen.
De man betwist dat partijen woningen hebben aangeschaft in 2009, 2011 en 2018. De genoemde appartementen op voornoemd adres zijn onbekend bij de man. (….) De stelling van de vrouw is uit de lucht gegrepen en ontbeert iedere grondslag.(…)”