ECLI:NL:GHAMS:2022:3673
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en verlenging uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar drie minderjarige kinderen. De moeder had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 13 juli 2022, waarin het ouderlijk gezag was beëindigd en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio [plaats B] tot voogd was benoemd. De kinderen, geboren in 2012, 2015 en 2018, stonden sinds 2016 onder toezicht van de GI en zijn in 2020 uit huis geplaatst vanwege zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen, die blootgesteld waren aan agressie van de vader. De moeder stelde dat zij leerbaar was en bereid om hulp te aanvaarden, en verzocht om haar gezag te behouden. De raad voor de Kinderbescherming, verweerder in deze zaak, voerde aan dat de ouders niet in staat waren om de kinderen te beschermen en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was voor hun ontwikkeling. Het hof oordeelde dat de gronden voor gezagsbeëindiging waren vervuld, omdat de kinderen in hun ontwikkeling ernstig werden bedreigd en de ouders niet in staat waren om de verantwoordelijkheid voor hun verzorging en opvoeding te dragen. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd, en het hof benadrukte het belang van stabiliteit en duidelijkheid voor de kinderen in hun huidige opvoedsituatie.