ECLI:NL:GHAMS:2022:3625

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
21 december 2022
Zaaknummer
23-003484-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in hoger beroep met vervanging van bewijsmiddelen

Op 13 december 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 december 2021 was gewezen. De zaak betreft een strafzaak met parketnummer 15-262311-21, waarin de verdachte, geboren in 1998, in hoger beroep is gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 29 november 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die verzocht om dezelfde straf als die door de eerste rechter was opgelegd. De verdachte en zijn raadsman hebben hun standpunten naar voren gebracht, maar het hof heeft geen aanleiding gezien om van het eerdere vonnis af te wijken.

Het hof heeft vastgesteld dat noch het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, noch de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht, het hof hebben doen besluiten tot andere beslissingen dan die van de eerste rechter. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep bevestigd, met de toevoeging dat de bewijsmiddelen die door de rechtbank zijn gebruikt, zullen worden vervangen door bewijsmiddelen die na een eventueel cassatieberoep in de aanvulling op het arrest zullen worden opgenomen.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, die het arrest niet kon ondertekenen, was aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003484-21
datum uitspraak: 13 december 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 december 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-262311-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1998,
adres: [adres01]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 november 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, ertoe strekkend dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg is opgelegd, en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Noch het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, noch het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht heeft het hof gebracht tot andere beslissingen dan die van de eerste rechter, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met dien verstande dat de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen worden vervangen door de bewijsmiddelen die na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de aanvulling op dit arrest.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. J.J.I. de Jong en mr. R. van der Heijden, in tegenwoordigheid van
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 december 2022.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]