ECLI:NL:GHAMS:2022:3624
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep met vervanging van bewijsmiddelen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 december 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 2001, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 29 november 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die verzocht om de verdachte dezelfde straf op te leggen als door de rechtbank in eerste aanleg was gedaan. Het hof heeft de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw in overweging genomen.
Het hof heeft besloten zich te verenigen met het vonnis waarvan beroep, maar met de toevoeging dat de bewijsmiddelen die door de rechtbank zijn gebruikt, zullen worden vervangen door nieuwe bewijsmiddelen die na een eventueel cassatieberoep zullen worden opgenomen in de aanvulling op het arrest. De beslissing van het hof bevestigt dus het eerdere vonnis, met inachtneming van de nieuwe bewijsmiddelen die in de toekomst kunnen worden gepresenteerd.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters R. Kuiper, J.J.I. de Jong en R. van der Heijden. De griffier, mr. R.J. den Arend, was aanwezig, maar kon het arrest niet mede ondertekenen. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare zitting.