Uitspraak
(gemachtigd raadsman)
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op een of meer tijdstip(pen) of omstreeks 17 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland en/of Griekenland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een ander of anderen, te weten [naam01] (zich noemende), behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland of Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door
- voornoemde persoon te voorzien van een nationaal paspoort van Iran, voorzien van het nummer [nummer01] , op naam gesteld van [naam02] en/of een nationale verblijfsvergunning van Duitsland, voorzien van het nummer [nummer02] , op naam gesteld van [naam02] en/of
- bij die controle de niet op naam van voornoemde persoon gestelde paspoort en verblijfsvergunning ter controle aan te bieden en/of
zij op of omstreeks 17 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland en/of Griekenland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een aan haar, verdachte, of een ander verstrekt reisdocument en/of identiteitsbewijs, te weten
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
de toegang of de doorreiswederrechtelijk was. Uit de verklaring van de verdachte blijkt dat zij de reisdocumenten van haar dochter ter beschikking heeft gesteld aan het kind en samen met het voor haar onbekende meisje naar Nederland is afgereisd. Bij de controle van de reisdocumenten heeft de verdachte voorgewend dat het haar dochter was met wie zij reisde. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte wist dat deze doorreis wederrechtelijk was.
Bewezenverklaring
zij op 17 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en Griekenland, tezamen en in vereniging met anderen, [naam01] behulpzaam is geweest bij doorreis door Nederland, door
zij op 17 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, een aan een ander verstrekt reisdocument en identiteitsbewijs, te weten een nationaal paspoort van Iran, voorzien van het nummer [nummer01] , op naam gesteld van [naam02] en een nationale verblijfsvergunning van Duitsland, voorzien van het nummer [nummer02] , op naam gesteld van [naam02] , ter beschikking heeft gesteld van een derde, te weten [naam01] , met het oogmerk dat reisdocument en identiteitsbewijs door die derde te doen gebruiken als ware het aan die derde verstrekt.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Beslissing ten aanzien van het beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1 STK Verblijfsvergunning, nummer [nummer02] , onv [naam02] van 29-11-01.
mr. L.C. de Groot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 december 2022.