Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
13 augustus 2020 en 31 december 2020, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellant] als eiser en Huawei als gedaagde (hierna: het bestreden vonnis).
- dat het salaris van [appellant] met ingang van 1 juni 2018 is verhoogd naar € 120.000,00 bruto per jaar,
- dat Huawei aansprakelijk is voor de schade van [appellant] en Huawei zal veroordelen om bij wijze van voorschot op de schade het verschil aan misgelopen salaris, vakantietoeslag en vakantiedagen vanaf 1 februari 2019 tot 24 november 2020 aan [appellant] te voldoen,
- dat de arbeidsduur van [appellant] niet is gewijzigd van 40 uur per week naar 24 uur per week, althans dat Huawei aansprakelijk is voor het inkomstenverlies dat [appellant] heeft geleden en thans lijdt door de wijziging van de arbeidsduur, en voorts
vakantiedagen tot 24 november 2020, vermeerderd met de wettelijke
verhoging en wettelijke rente, alsmede tot betaling van het bedrag aan
bonus over het jaar 2018 ter hoogte van € 9.259,26 exclusief 8%
vakantietoeslag, althans een bedrag van € 4.666,67 exclusief 8%
vakantietoeslag, en in de kosten van het geding in beide instanties met
nakosten en rente.
2.Feiten
“
Bonus is a performance related bonus. A bonus payment has been agreed at a rate of 0 - 1 month’s gross salary excluding holiday allowance per annum. Bonus will be calculated at the end of each financial year, which is from 1 January up to including 31 December, and will be paid within the first quarter of the following year. If employee resigns during the year or joins Huawei after October 1ste, employee is not entitled to receive bonus for that current financial year.”
“
4- Salary increase
(…)- Salary point was highlighted again and [naam 3] agreed about it.”
“
Salary adjustment as per the market value (as you know that prices and cost of living is dramatically increasing here in NL, and since I joined Huawei the salary was not as per the market and also not increased properly)”
“
2nd Gentle reminder about last email, please give me a feedback about the salary. (…)”
“
I want to reduce my working hours from five (5) working days per week [40 hours per week] to be three (3) working days per week [24 hours per week]starting from January 1st, 2019and in this case I am fine to earn only for those three (3) working days per week (…)”
mr. W.J. Floor van DAS, Huawei onder meer het volgende bericht:
(…) Voorts betwist cliënt dat zwaarwegende bedrijfsbelangen zich zouden verzetten tegen zijn verzoek om aanpassing van de arbeidsduur. Verminderde inzetbaarheid van cliënt is op zichzelf geen zwaarwegend bedrijfsbelang. Hetzelfde geldt voor uw stelling dat er op dit moment geen andere werknemers zijn, die de werkzaamheden van cliënt in het betreffende werkgebied zouden kunnen overnemen. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien dat herbezetting van de vrijgekomen uren niet op een of andere manier zou kunnen worden gerealiseerd, hetzij door intern taken en bevoegdheden her te verdelen, hetzij door extra werkkracht van buiten aan te trekken. Ook de werklast van cliënt vormt geen zwaarwegend bedrijfsbelang. Dat geldt temeer daar er geen enkele reden is waarom de functie van cliënt niet in de vorm van een duobaan zou kunnen worden vervuld. Uw stelling, dat de functie van cliënt niet in deeltijd kan worden uitgevoerd is in ieder geval volstrekt onaannemelijk.
“
Naar aanleiding van uw brief heb ik uw verzoek tot vermindering arbeidsduur nogmaals intern besproken met de betrokken stakeholders.Helaas hebben wij het verzoek nog steeds niet rechtstreeks met dhr. [appellant] kunnen bespreken, gezien hij langdurig ziek is. Evengoed hebben wij besloten, geheel onverplicht en zonder erkenning van hetgeen door u is gesteld, om alsnog in te stemmen met de aanpassing van dhr. [appellant] ’s arbeidsduur naar 24 uur per week met ingang van 1 januari 2019 te verspreiden over 8 uur op maandag, dinsdag en woensdag.Dit betekent dat dhr. [appellant] per 1 januari 2019 in plaats van 100%, 60% gaat werken. Zijn salaris, vakantieopbouw, (PBC) bonus, TUP, pensioenopbouw en andere arbeidsvoorwaarden en - regelingen zullen navenant per die datum worden aangepast.Wij zullen rechtstreeks met dhr. [appellant] contact opnemen over de aanpassing van de door hem te voeren werkzaamheden en takenpakket, alsmede voor het aanpassen van zijn arbeidsovereenkomst.Ik ga er vanuit dat u met deze bevestiging voldoende bent geïnformeerd. Mocht u toch nog vragen hebben, laat het me dan vooral weten.”
3.Beoordeling
Salary point was highlighted again and [naam 3] agreed about it.” (zie hiervoor onder 2.5). Daarnaast heeft hij gewezen op een e-mail van 4 juli 2018 van [naam 1] aan [appellant] waarin een tabel is opgenomen waarin is vermeld: “
Current Annual Salary 56000 New Annual Salary 120000 effective Date of new increase 2018/6/1”,met daarboven de zin: “
Also please note that your salary has been increased as per agreed, see below, now it is just a matter of time to be updated by HR department.”
24 september 2018 (zie hiervoor onder 2.7 en 2.8) met geen woord heeft gerept over de hoogte van het volgens hem toegezegde salaris, wat merkwaardig is indien hem inderdaad een dergelijke salarisverhoging zou zijn toegekend. Ook in zijn
e-mailberichten van 24 augustus en 9 oktober 2018, waarnaar [appellant] heeft verwezen, heeft hij met geen woord gerept over de hoogte van het volgens hem toegezegde salarisbedrag. Verder valt niet in te zien dat Huawei, indien ervan zou worden uitgegaan dat zij akkoord was gegaan met een salarisverhoging, aan de bovenkant en niet aan de onderkant zou zijn gaan zitten van het door [appellant] zelf gedane voorstel voor een salarisverhoging van € 100.000,00 tot € 120.000,00 per jaar, zoals weergegeven in zijn e-mail van 29 mei 2018: “
€100K to €120K per year” (zie hiervoor onder 2.4). Gelet op het voorgaande heeft [appellant] zijn stellingen over een overeengekomen salarisverhoging onvoldoende onderbouwd en toegelicht, zodat voorbij wordt gegaan aan het bewijsaanbod dat tussen partijen een salarisverhoging is overeengekomen van € 56.000,00 naar € 120.000,00. Grief 1 slaagt dan ook niet.
C-beoordeling gekregen, wat onvoldoende is en waarbij ook geen bonus hoort. Los van de beoordeling heeft Huawei de discretionaire bevoegdheid om al dan niet een bonus toe te kennen. Uit de stellingen en overgelegde stukken kan niet worden opgemaakt dat [appellant] over 2018 aanspraak heeft op bonus en dat hij zijn targets heeft behaald, aldus Huawei.
I want to reduce my working hours from five (5) working days per week [40 hours per week] to be three (3) working days per week [24 hours per week]starting from January 1st, 2019and in this case I am fine to earn only for those three (3) working days per week”(zie hiervoor onder 2.8). Bij brief van 30 november 2018 heeft Huawei dit verzoek afgewezen. Vervolgens heeft de gemachtigde van [appellant] bij brief van 7 december 2018 aan Huawei bericht hetgeen hiervoor onder 2.11 is weergegeven. Daarbij heeft de gemachtigde onder meer meegedeeld dat gelet op de stellingname van Huawei [appellant] geen andere mogelijkheid ziet dan zijn verzoek tot vermindering van de arbeidsduur voor te leggen aan de kantonrechter al dan niet in combinatie met een kort geding strekkende tot schorsing van de verplichting om 40 uur in de week te werken in afwachting van een definitieve beslissing in een bodemprocedure, tenzij Huawei binnen vijf dagen schriftelijk bevestigt dat zij bereid is haar weigering te herzien en alsnog overleg te plegen met [appellant] . Hiermee is voldoende komen vast te staan dat [appellant] de uitdrukkelijke wil had zijn arbeidsomvang te verminderen van 40 uur per week naar 24 uur per week. Daarbij komt dat op 15 november 2019 de gemachtigde van [appellant] aan Huawei nog het volgende heeft geschreven: “
In January 2019 the parties reached agreement on a reduction in working hours as of 1 Januari 2019 from 40 to 24 hours a week”.Eveneens is voldoende gebleken dat [appellant] ermee bekend was dat hij daarmee ook minder loon zou ontvangen, zoals blijkt uit zijn e-mail van 22 oktober 2018 aan [naam 1] waarin hij heeft geschreven:
“
I am fine to earn only for those three (3) working days per week”.
30 november 2018, is [appellant] uitdrukkelijk bij zijn standpunt gebleven en heeft zijn gemachtigde bij brief van 7 december 2018 namens hem het verzoek tot arbeidsduurvermindering herhaald. Daarbij zijn tevens rechtsmaatregelen in het vooruitzicht gesteld indien Huawei niet zou instemmen met het verzoek. In zijn brief van 7 december 2018 heeft de toenmalige gemachtigde van [appellant] er daarnaast melding van gemaakt dat [appellant] op dat moment ziek was, zodat diens arbeidsongeschiktheid naar de mening van [appellant] en diens gemachtigde kennelijk niet aan een vermindering van de arbeidsduur in de weg stond. Gelet op de herhaling van het verzoek door de gemachtigde van [appellant] , mocht Huawei er gerechtvaardigd op vertrouwen dat [appellant] een vermindering van zijn arbeidsomvang ook echt wilde en hoefde zij daar geen nader onderzoek naar te doen. Nadat Huawei bij brief van 11 januari 2019 had ingestemd met een vermindering van de arbeidsduur naar 24 uur per week met ingang van 1 januari 2019, is daartegen ook geen bezwaar gemaakt door [appellant] dan wel diens gemachtigde. Uit het voorgaande volgt dat niet gezegd kan worden dat Huawei zich niet als een goed werkgever heeft gedragen. [appellant] was ervan op de hoogte dat een vermindering van de arbeidsduur financiële gevolgen zou hebben. Hij kon redelijkerwijs niet verwachten daarna te worden doorbetaald op basis van 40 uur per week. Het betoog van [appellant] dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn hem te houden aan zijn verzoek tot vermindering van zijn arbeidsduur, wordt, gelet op het voren overwogene, verworpen. Huawei is niet gehouden het achterstallige salaris vanaf 1 februari 2019 tot
24 november 2020 aan [appellant] te voldoen. Grief 3 slaagt dan ook niet.
e-mailberichten gezonden over de slechte werkomstandigheden, onder meer aan de HR-afdeling. Er werd niets aan gedaan, ook niet door zijn leidinggevende. [appellant] heeft eerder, in 2016, tijdens zijn dienstverband bij Huawei een burn-out gehad. De reden hiervan waren ook de werkomstandigheden bij Huawei. Hij kreeg taken opgedragen die niet ethisch waren, aldus [appellant] . [appellant] vordert in hoger beroep een verklaring voor recht dat Huawei aansprakelijk is voor de schade van [appellant] . Hij maakt aanspraak op achterstallig salaris van zijn loon tot 100% van 1 februari 2019 (de maand waarin 70% is uitgekeerd door Huawei) tot 24 november 2020. Hij vordert bij wijze van voorschot op de schadevergoeding het verschil van 30% dat hij aan inkomsten is misgelopen.
What is happening now that I am excluded heavily from training business communication and discussions (attached also emails showing this) and I am not treated well even on personal level, on more than one occasion I got persons screaming and shouting on my face” en zijn e-mail van
9 oktober 2018 aan zijn leidinggevende [naam 1] waarin hij heeft geschreven: “
at the moment I face a systematic way of work exclusion, isolation (…)”, hetgeen hij heeft herhaald bij e-mail van 6 november 2018, waarin hij tevens melding heeft gemaakt van stress. Maar ook deze correspondentie is te vaag en onvoldoende concreet om aan te nemen dat zijn gezondheidsklachten zijn veroorzaakt door de werkomstandigheden. Ook in de daarop volgende e-mailberichten van november 2018 waarnaar [appellant] heeft verwezen, zijn daarvoor onvoldoende aanknopingspunten te vinden. De verklaring van zijn behandelend psycholoog waarin is vermeld dat deze de bedrijfsarts heeft geïnformeerd over een werkgerelateerde serieuze depressie bij [appellant] , is evenmin voldoende voor een dergelijke conclusie. Ook de hiervoor genoemde berichten in onderling verband en samenhang bezien vormen onvoldoende aanknopingspunt voor de stelling van [appellant] dat de schade die hij stelt te hebben geleden, veroorzaakt is door de werkomstandigheden. Daarbij komt dat ook niet is gebleken dat [appellant] zijn klachten met betrekking tot de werkomstandigheden voldoende kenbaar heeft gemaakt binnen de organisatie van Huawei, wat wel op zijn weg had gelegen indien hij meende dat hij door de arbeidsomstandigheden ziek was geworden. In de correspondentie van [appellant] dan wel diens gemachtigde aan Huawei is niet te lezen dat de werkomstandigheden ziekmakend zijn geweest voor [appellant] en dat hij daardoor arbeidsongeschikt is geraakt. [appellant] stelt dat hij in 2016 taken opgedragen heeft gekregen van Huawei die niet ethisch waren, maar ook deze stelling heeft hij onvoldoende onderbouwd. Dat hij dergelijke taken opgedragen heeft gekregen valt niet af te leiden uit de e-mailberichten waarop [appellant] in dit verband heeft gewezen en vormt, mede gelet op de betwisting daarvan door Huawei, onvoldoende onderbouwing voor de door [appellant] gestelde onethische praktijken van Huawei. Nu op grond van het voorgaande evenmin is gebleken dat Huawei niet heeft voldaan aan haar verplichtingen in het kader van goed werkgeverschap, zijn de door [appellant] gevorderde verklaring voor recht dat Huawei aansprakelijk is voor de schade van [appellant] en het gevorderde salaris bij wijze van voorschot op de schadevergoeding, niet toewijsbaar. Grief 4 faalt eveneens.