ECLI:NL:GHAMS:2022:3560

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
23-000484-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens onterecht beschuldigen van overlast en hinder door verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling. De tenlastelegging betrof het veroorzaken van onnodige overlast en hinder op 21 september 2018 te Amsterdam, waar de verdachte op het Max Euweplein voor een restaurant op de grond zat met een onverzorgd uiterlijk en omringd door tassen met eten.

Tijdens de zitting op 29 november 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die stelde dat de verdachte moest worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De raadsman van de verdachte steunde dit standpunt. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte daadwerkelijk onnodige overlast of hinder heeft veroorzaakt. De enige informatie uit het dossier was dat de verdachte op een karton zat met tassen met eten, wat niet voldoende was om de tenlastelegging te onderbouwen.

Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters C.N. Dalebout, M.L.M. van der Voet en N.E. Kwak aanwezig waren. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000484-20
datum uitspraak: 13 december 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2020 in de strafzaak onder parketnummer
96-002586-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. Ter Apel te Ter Apel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
29 november 2022.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 21 september 2018 te Amsterdam, op of aan een weg, te weten het Max Euweplein, zich zodanig heeft opgehouden en/of gedragen dat aan weggebruikers en/of aan bewoners van (een) nabij die weg gelegen woning(en) onnodig overlast en/of hinder werd veroorzaakt, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar voor de ramen van een restaurant op de grond gezeten op een stuk karton met één of meerdere plastic tassen en/of eten dan wel etensresten om zich heen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat hetgeen tenlastegelegd is wel bewezen kan worden, maar dit geen strafbaar feit oplevert.
De raadsman heeft zich aangesloten bij het standpunt van de advocaat-generaal.

Vrijspraak

Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Op grond van de stukken in het dossier kan niet worden vastgesteld dat de verdachte aan weggebruikers en/of aan bewoners van nabij gelegen woningen daadwerkelijk onnodig overlast en/of hinder heeft veroorzaakt. Uit het dossier blijkt immers alleen dat de verdachte met een zeer onverzorgd uiterlijk voor de ramen van een restaurant op een stuk karton op de grond heeft gezeten met om zich heen plastic tassen met eten en etensresten.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.L.M. van der Voet en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 december 2022.