ECLI:NL:GHAMS:2022:3560
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onterecht beschuldigen van overlast en hinder door verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling. De tenlastelegging betrof het veroorzaken van onnodige overlast en hinder op 21 september 2018 te Amsterdam, waar de verdachte op het Max Euweplein voor een restaurant op de grond zat met een onverzorgd uiterlijk en omringd door tassen met eten.
Tijdens de zitting op 29 november 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die stelde dat de verdachte moest worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De raadsman van de verdachte steunde dit standpunt. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte daadwerkelijk onnodige overlast of hinder heeft veroorzaakt. De enige informatie uit het dossier was dat de verdachte op een karton zat met tassen met eten, wat niet voldoende was om de tenlastelegging te onderbouwen.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters C.N. Dalebout, M.L.M. van der Voet en N.E. Kwak aanwezig waren. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken.