ECLI:NL:GHAMS:2022:3549

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
23-000495-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens ontbrekend bestanddeel in tenlastelegging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van 12 februari 2020. De tenlastelegging betrof het zich zonder redelijk doel vasthouden aan een vaartuig in de gemeente Amsterdam op 4 juli 2018. Het hof heeft vastgesteld dat het bestanddeel 'slaapplaats' of 'overnachten' ontbreekt in de tenlastelegging, waardoor het bewezenverklaarde geen strafbaar feit oplevert. Het hof heeft de verdachte derhalve ontslagen van alle rechtsvervolging.

Tijdens de zitting op 29 november 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof heeft de tenlastelegging verbeterd gelezen, zonder dat dit de verdediging van de verdachte heeft geschaad. Het vonnis waarvan beroep is vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan op basis van artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich op een vaartuig heeft bevonden, maar dat het bewezenverklaarde niet strafbaar is, omdat het essentiële bestanddeel in de tenlastelegging ontbreekt.

De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd, de verdachte wordt vrijgesproken van hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, en dat het bewezenverklaarde niet strafbaar is. De verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, wat betekent dat er geen verdere strafmaatregelen tegen hem worden genomen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000495-20
datum uitspraak: 13 december 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2020 in de strafzaak onder parketnummer 96-174805-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. Ter Apel, te Ter Apel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
29 november 2022.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 4 juli 2018 in de gemeente Amsterdam, zich zonder redelijk doel heeft vastgehouden aan een vaartuig gelegen in een openbaar water, te weten de Stadionkade, en/of daarop geklommen heeft en/of zich daarop en/of daarin heeft begeven en/of bevonden, immers heeft hij, verdachte, aldaar in de kajuit van een vaartuig gelegen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 4 juli 2018 in de gemeente Amsterdam, zich op een vaartuig gelegen in een openbaar water, te weten de Stadionkade, heeft bevonden, immers heeft hij, verdachte, aldaar in de kajuit van een vaartuig gelegen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

In de destijds geldende Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008 (APV) (oud) luidde artikel 2.20 – waarnaar onder de tenlastelegging wordt verwezen – als volgt:
Het is verboden de weg als slaapplaats te gebruiken of op of aan de weg of het openbaar water een voertuig, vaartuig, woonwagen, tent of ander onderkomen als slaapplaats te gebruiken, daarin te overnachten of daartoe gelegenheid te bieden.
Nu het bestanddeel “slaapplaats”/“overnachten” ontbreekt in de tenlastelegging en bewezenverklaring, levert het bewezenverklaarde geen strafbaar feit op. De verdachte dient derhalve te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.L.M. van der Voet en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van
mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 december 2022.