ECLI:NL:GHAMS:2022:3545

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
23-001024-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2020. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarbij hij bij verstek was veroordeeld. De mededeling van de uitspraak van het vonnis was op 11 maart 2020 aan de verdachte in persoon betekend. De verdachte heeft echter pas op 17 april 2020 hoger beroep ingesteld, wat buiten de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen viel, zoals bepaald in artikel 408, eerste lid onder c, van het Wetboek van Strafvordering.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen verontschuldigbare termijnoverschrijding was en dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het hoger beroep. De advocaat-generaal had ook verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep, en de raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar was, waardoor de verdachte niet in zijn hoger beroep kon worden ontvangen.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 13 december 2022.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001024-20
datum uitspraak: 13 december 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2020 in de strafzaak onder parketnummer
96-052437-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. Ter Apel te Ter Apel.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
29 november 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het ingestelde hoger beroep.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.

Ontvankelijkheid van de veroordeelde in hoger beroep

Het hof overweegt met betrekking tot de ontvankelijkheid van het door de veroordeelde ingestelde hoger beroep het volgende.
De verdachte is bij vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2020 bij verstek veroordeeld. Uit het dossier blijkt dat de mededeling uitspraak van dit vonnis op 11 maart 2020 aan de verdachte in persoon is betekend.
De verdachte heeft op 17 april 2020 hoger beroep ingesteld.
Vast staat dat de verdachte buiten de termijn van veertien dagen als bedoeld in artikel 408, eerste lid onder c, Wetboek van Strafvordering hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis.
Niet gebleken is van een verontschuldigbare termijnoverschrijding. Nu het hoger beroep niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingesteld zal de verdachte daarin niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.L.M. van der Voet en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van
mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 december 2022.