ECLI:NL:GHAMS:2022:3491

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
9 december 2022
Zaaknummer
23-000536-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens te late indiening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 11 februari 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1996, had zich niet tijdig in hoger beroep gesteld, aangezien hij dit pas op 26 februari 2022 deed, terwijl de wettelijke termijn hiervoor veertien dagen na de uitspraak van de politierechter was. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de overschrijding van de termijn verschoonbaar konden maken. Hierdoor werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de vordering van de advocaat-generaal werd gevolgd. De beslissing werd op een openbare zitting uitgesproken, waarbij de voorzitter en de jongste raadsheer niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000536-22
datum uitspraak: 21 november 2022
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 februari 2022 in de strafzaak onder de parketnummers 15-210224-21 en 23-002001-20 (tul) tegen:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1996,
adres: [adres01] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
21 november 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is in eerste aanleg opgeroepen om op 11 februari 2022 te verschijnen ter terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is op 11 februari 2022 veroordeeld. Het vonnis is op tegenspraak gewezen.
Bij die stand van zaken had de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 408, eerste lid, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafvordering binnen veertien dagen na 11 februari 2022 in hoger beroep moeten komen. De verdachte heeft op 26 februari 2022 en dus te laat hoger beroep doen instellen. Niet blijkt van bijzondere, de verdachte niet toe te rekenen omstandigheden op grond waarvan de overschrijding van de termijn verschoonbaar kan worden geacht.
Gelet op het bovenstaande dient de verdachte niet-ontvankelijk te worden verklaard in het hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S. Jongeling, mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 november 2022.
De voorzitter en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.