ECLI:NL:GHAMS:2022:3472

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
7 december 2022
Zaaknummer
200.291.433/01OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het onderzoeksbudget in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 27 oktober 2022, wordt het verzoek tot vaststelling van het onderzoeksbudget in de zaak van Beheersmaatschappij Johema B.V. behandeld. De Ondernemingskamer had eerder, op 12 mei 2021, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Beheersmaatschappij Johema B.V. en de aan haar verbonden entiteiten. Dit onderzoek was noodzakelijk om inzicht te krijgen in de gang van zaken binnen de onderneming over de periode vanaf 1 januari 2019. De Ondernemingskamer benoemde een onderzoeker en een bestuurder voor de betrokken vennootschappen.

In de maanden die volgden, werden er verschillende beschikkingen gegeven, waaronder de benoeming van de onderzoeker en de bestuurder. Op 10 oktober 2022 verzocht de bestuurder om het onderzoeksbudget vast te stellen, aangezien partijen er niet in waren geslaagd om een minnelijke regeling te treffen. De Ondernemingskamer ontving reacties van de betrokken advocaten, maar er werden geen bezwaren geuit tegen de begroting van de onderzoeker.

De onderzoeker had een totaalbedrag van € 47.600 begroot voor het onderzoek, exclusief omzetbelasting. De Ondernemingskamer oordeelde dat de begroting niet onredelijk was en stelde het bedrag vast op € 47.600, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 27 oktober 2022, waarbij de betrokken rechters en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.291.433/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 27 oktober 2022
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mrs. W.L.H. Aerts en R.A.M.D. Smit, kantoorhoudende te Eindhoven,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te Budel,
VERWEERSTERS,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonend te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
3. de vennootschap naar Belgisch recht
SPYKE N.V.,
gevestigd te Pelt, België,
advocaten:
mr. Louwerier, kantoorhoudende te Breda,

4.[D] ,

wonend te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te [....] ,
6. de besloten vennootschap naar Belgisch recht
STERU N.V.,
gevestigd te Pelt, België,
BELANGHEBBENDEN.
In het vervolg zullen partijen (ook) worden aangeduid als:
  • belanghebbende sub 1 met [B] ;
  • belanghebbende sub 2 met [C] ;
  • belanghebbende sub 4 met [D] ; en
  • belanghebbende sub 5 met [E] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 12 mei en 20 mei 2021 in deze zaak.
1.2
Bij de beschikking van 12 mei 2021 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [A] en Beheersmaatschappij Johema B.V. over de periode vanaf 1 januari 2019, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van [A] en Beheersmaatschappij Johema B.V. benoemd en bepaald dat de volgende aandelen ten titel van beheer worden overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon:
o één aandeel in [A] , gehouden door [C] ;
o één aandeel in [A] , gehouden door [E] ;
o één aandeel in Beheersmaatschappij Johema B.V., gehouden door Spyke N.V.;
o één aandeel in Beheersmaatschappij Johema B.V., gehouden door Steru N.V.
1.3
Bij beschikking van 20 mei 2021 zijn mr. P.D. Olden (verder: Olden) als onderzoek, W.L. Meijer (verder: Meijer) als bestuurder en mr. P.W. Schreurs (verder: Schreurs) als beheerder aangewezen zoals bedoeld in de beschikking van 12 mei 2021.
1.4
De onderzoeker heeft per e-mailbericht van 16 augustus 2021 een plan van aanpak met een begroting van de onderzoekskosten aan de Ondernemingskamer, de advocaten van partijen, Meijer en Schreurs gezonden. De secretaris van de Ondernemingskamer heeft (de advocaten van) partijen, Meijer en Schreurs vervolgens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten. Hierop is (bij herhaling) door partijen aan de Ondernemingskamer het gezamenlijke verzoek gedaan het besluit tot vaststelling van het onderzoeksbudget aan te houden omdat partijen nog met elkaar in gesprek waren over een minnelijke regeling.
1.5
Bij e-mailbericht van 10 oktober 2022 heeft mr. Analbers namens Meijer (in zijn hoedanigheid van bestuurder van [A] en Beheersmaatschappij Johema B.V.) aan de Ondernemingskamer medegedeeld dat het partijen niet is gelukt een regeling te treffen waardoor er geen reden meer bestaat de zaak aan te houden. Mr. Analbers heeft de Ondernemingskamer verzocht om tot vaststelling van het onderzoeksbudget over te gaan. De secretaris van de Ondernemingskamer heeft (de advocaten van) partijen, Meijer en Schreurs vervolgens opnieuw in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten.
1.6
Op 10, 18 en 24 oktober 2022 heeft de Ondernemingskamer reacties ontvangen van mr. Schreurs, mr. Louwerier (namens [B] , [C] en Spyke N.V.) en mr. Analbers (namens Meijer, [A] en Beheersmaatschappij Johema B.V.). Geen van partijen heeft commentaar op de begroting van de kosten van het onderzoek als bedoeld in 1.4

2.Gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen geraamd en opgave gedaan van zijn uurtarief (€ 400). De onderzoeker begroot dat het onderzoek in totaal € 47.600, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, zal kosten.
2.2
Er zijn geen bezwaren aangevoerd tegen de begroting van de onderzoeker. De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal derhalve het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 47.600, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 47.600, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, prof. dr. mr. S. ten Have en drs. G. van Vollenhoven-Eikelenboom AAG, raden, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2022.