ECLI:NL:GHAMS:2022:3461
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.C.W. Rang
- E.M. Polak
- M.E. Hinskens - van Neck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake contact- en straatverbod na geweldsdelict tussen buren
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland. De voorzieningenrechter had in kort geding een contact- en straatverbod opgelegd aan [appellant] na een ernstig geweldsdelict dat hij had gepleegd tegen [geïntimeerde 1]. De feiten van de zaak zijn als volgt: [appellant] en [geïntimeerde 1] zijn buren en hebben sinds 2000 conflicten met elkaar. Op 20 april 2022 heeft [appellant] [geïntimeerde 1] met een hamer op het hoofd geslagen, wat leidde tot zijn aanhouding en voorlopige hechtenis. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was voor de gevorderde verboden, gezien de kans op herhaling van geweld. In hoger beroep heeft [appellant] de toewijzing van het contact- en straatverbod betwist, maar het hof oordeelde dat de ernst van het geweldsdelict en het gevaar voor herhaling voldoende rechtvaardigen dat [geïntimeerde 1] beschermd moet worden. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde [appellant] in de kosten van het hoger beroep.