ECLI:NL:GHAMS:2022:3431
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de verlenging van de uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van de ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht staan van de gecertificeerde instelling (GI) Kenter Jeugdhulp. De moeder van de kinderen, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te vernietigen of in duur te beperken. De GI en de vader van de kinderen verzetten zich tegen dit verzoek en vroegen om bekrachtiging van de bestreden beschikking.
De feiten van de zaak tonen aan dat de kinderen in het verleden meerdere keren uithuis geplaatst zijn geweest, voornamelijk vanwege de psychische instabiliteit van de moeder. De kinderen hebben sinds 19 februari 2020 opnieuw onder toezicht gestaan en zijn op basis van een spoedmachtiging uit huis geplaatst. De moeder heeft in het verleden verschillende pogingen gedaan om de zorg voor de kinderen op zich te nemen, maar deze zijn vaak mislukt door haar psychische problemen, waaronder psychoses. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder momenteel niet in staat is om de kinderen de benodigde stabiliteit en emotionele ondersteuning te bieden.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd de bestreden beschikking te bekrachtigen, en het hof heeft dit advies gevolgd. Het hof oordeelde dat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn en dat de kinderen in hun huidige situatie bij het projectgezin de zorg en stabiliteit ontvangen die zij nodig hebben. De beslissing van het hof is om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, waarmee de verlenging van de uithuisplaatsing is bevestigd.