ECLI:NL:GHAMS:2022:3407

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
1 december 2022
Zaaknummer
23-004673-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk en overschrijding van de redelijke termijn

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1948, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van 2.500 kilogram gevaarlijk en illegaal vuurwerk in een loods te Apeldoorn. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk voorhanden hebben van vuurwerk zonder de vereiste vergunningen, wat in strijd is met het Vuurwerkbesluit. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 31 januari 2020 en 17 november 2022 heeft de verdachte verklaard dat hij niet op de hoogte was van de hoeveelheid vuurwerk en dat hij slechts een klein aantal had besteld voor zijn personeel. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte de eigenaar was van de loods en betrokken was bij het uitladen van het vuurwerk. De advocaat-generaal heeft gevorderd tot een gevangenisstraf van acht maanden, terwijl de verdediging pleitte voor een taakstraf of geldboete. Het hof heeft de overschrijding van de redelijke termijn in aanmerking genomen en uiteindelijk een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk, waarbij het hof de ernst van de feiten en de risico's voor de openbare veiligheid heeft meegewogen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004673-18
datum uitspraak: 1 december 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Amsterdam van 27 december 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-994038-15 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1948,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
31 januari 2020 en 17 november 2022, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van
het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en diens raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 26 november 2015 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
3474, althans één of meer, stuks vuurwerk (lijst 3), te weten:
2400, althans één of meer, stuks Super Cobra 6 (pag. 170 en 180), en/of
40, althans één of meer, stuks Cobra 8 (pag. 179), en/of
600, althans één of meer, stuks Butterfly Crackers (pag. 183), en/of
200, althans één of meer, stuks Thunderkings (BBC01) (pag. 169), en/of
200, althans één of meer, stuks Thunderkings (pag. 179), en/of
20, althans één of meer, stuks Thunderkings (pag. 182), en/of
2, althans één of meer, flowerbeds (Triplex 2 36S Koncesja R01236) (pag. 164), en/of
1. flowerbed (Triplex TXb196/UMC150-1,2) (pag. 165), en/of
1. flowerbed (Triplex 1.2 150S combined cake D) (pag. 166), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes) (pag. 167), en/of
2, althans één of meer, flowerbeds (Triplex TXB921) (pag. 175), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes) (pag. 176), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB196/UMC150-1,2) (pag 176), en/of
3, althans één of meer, flowerbeds (Triplex TXB868D) (pag. 177), en/of
2, althans één of meer, flowerbeds (Royal Fireworks RFC13103 All Seasons) (pag. 187), en/of
(ongeveer) 1888 kilogram vuurwerk (lijst 2) (bestaande uit onder meer flowerbeds en/of Chinese rollen en/of nitraten [FP3 Jorge] en/of Jumbocrackers), in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik,
binnen het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
2.
hij op of omstreeks 26 november 2015 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
(ongeveer) 2500 kilogram, in elk geval meer dan 25 kilogram vuurwerk, voorhanden heeft gehad buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4. en/of artikel 2.2.1, 3.2.1, of 3A.2.1 Vuurwerkbesluit, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend die betrekking heeft op de opslag van vuurwerk en/of artikel 2.2.1 Vuurwerkbesluit waarvoor een melding is gedaan krachtens artikel 2.2.4 Vuurwerkbesluit, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
3474, althans één of meer, stuks vuurwerk (lijst 3), te weten:
2400, althans één of meer, stuks Super Cobra 6 (pag. 170 en 180), en/of
40, althans één of meer, stuks Cobra 8 (pag. 179), en/of
600, althans één of meer, stuks Butterfly Crackers (pag. 183), en/of
200, althans één of meer, stuks Thunderkings (BBC01) (pag. 169), en/of
200, althans één of meer, stuks Thunderkings (pag. 179), en/of
20, althans één of meer, stuks Thunderkings (pag. 182), en/of
2, althans één of meer, flowerbeds (Triplex 2 36S Koncesja R01236) (pag. 164), en/of
1. flowerbed (Triplex TXb196/UMC150-1,2) (pag. 165), en/of
1. flowerbed (Triplex 1.2 150S combined cake D) (pag. 166), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes) (pag. 167), en/of
2, althans één of meer, flowerbeds (Triplex TXB921) (pag. 175), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes) (pag. 176), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB196/UMC150-1,2) (pag 176), en/of
3, althans één of meer, flowerbeds (Triplex TXB868D) (pag. 177), en/of
2, althans één of meer, flowerbeds (Royal Fireworks RFC13103 All Seasons) (pag. 187), en/of
(ongeveer) 1888 kilogram vuurwerk (lijst 2) (bestaande uit onder meer flowerbeds en/of Chinese rollen en/of nitraten [FP3 Jorge] en/of Jumbocrackers),
in een (bedrijfs)pand gelegen aan de [adres02] en/of in een aldaar geparkeerd voertuig met kenteken [kenteken01] voorhanden gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring (met betrekking tot het medeplegen) en strafoplegging komt dan de rechtbank.

Bewijsmotivering

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen, met dien verstande dat de verdachte van het invoeren van vuurwerk en van medeplegen partieel moet worden vrijgesproken.
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit nu het bestanddeel ‘voorhanden hebben’ niet kan worden bewezen omdat de verdachte geen beschikkingsmacht over het vuurwerk had. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat niet de gehele hoeveelheid - in de loods aangetroffen - vuurwerk bestemd was voor de verdachte, maar slechts een klein deel daarvan.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep [1] - kort en zakelijk weergegeven - verklaard dat hij de medeverdachte niet kende en dat hij nooit eerder contact met hem heeft gehad voordat het vuurwerk door hem in zijn loods werd afgeleverd. De verdachte zou niet hebben geweten dat het zo’n grote hoeveelheid vuurwerk betrof; hij zou slechts twintig ‘
100 shots’hebben besteld bij een man die hij kende van de markt. Deze ‘
100 shots’waren bedoeld als kerstpakket voor zijn personeel. De verdachte wist dat hij dit vuurwerk niet mocht hebben. Hij wist dat het vuurwerk zou worden geleverd, maar niet door wie en wanneer. Voorts verklaart de verdachte dat hij heeft geholpen met het uitladen van de pallets. Dat zijn zoon (
het hof begrijpt: [naam01]) bij de politie over hem heeft verklaard dat hij in vuurwerk handelde en een scharrelaar zou zijn heeft volgens de verdachte met het zachtaardige karakter van zijn zoon te maken en de schrik waarin zijn zoon zich toen bevond. Over de (handgeschreven) briefjes die in zijn kleding en in zijn auto zijn aangetroffen verklaart de verdachte nog dat hij deze had gekregen van de man op de markt en dat deze briefjes een indicatie van de voorraad van deze man betrof. De verdachte heeft voorts verklaard dat het handschrift op (een van) die briefjes mogelijk zijn, verdachtes, handschrift is. De man waarbij hij het vuurwerk had besteld heeft hij sinds zijn bestelling nooit meer gezien en een rekening voor het vuurwerk is nooit betaald, aldus de verdachte.
Het hof stelt de volgende feiten en omstandigheden vast. [2]
Voorafgaand aan de tenlastegelegde periode zijn er in het kader van een ander lopend onderzoek - 13Atronach - onderzoekshandelingen verricht. [3] In dat onderzoek zijn op 26 november 2015 observaties verricht waarbij werd waargenomen dat een Volkswagen Crafter met kenteken [kenteken01] (hierna: de Volkswagen), met - naar later blijkt - als bestuurder de medeverdachte, vanuit Duitsland naar een loods in Apeldoorn reed. [4] Vlak nadat de Volkswagen de betreffende loods binnenreed, is de politie de loods binnengetreden alwaar zij onder meer de verdachte en de medeverdachte aantroffen met een grote hoeveelheid vuurwerk. [5] Een deel van dat vuurwerk stond op het moment van binnentreden op pallets in de Volkswagen, een ander deel stond op pallets in verschillende ruimtes, waaronder een koelcel, in de loods. [6] In totaal is ongeveer 2.500 kilo vuurwerk in beslag genomen. [7] Al het vuurwerk is onderzocht. De hoeveelheid vuurwerk is opgedeeld per soort en type. Van elke soort en type vuurwerk is vastgesteld om hoeveel vuurwerk het ging, waarbij het gewicht of de aantallen zijn vermeld, en onder welke lijst het vuurwerk valt. [8] Dat onderzoek is verricht op basis van NFI-rapporten over gelijksoortig vuurwerk. Die NFI-rapporten zijn toegevoegd aan het dossier zodat kan worden gecontroleerd of het in deze zaak aangetroffen vuurwerk inderdaad overeenkomt met het vuurwerk zoals beschreven in de genoemde NFI-rapporten. [9]
Het hof overweegt als volgt.
Feit 1
Het hof is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde hoeveelheid illegaal vuurwerk voorhanden heeft gehad.
De verdachte is aangetroffen in een loods in Apeldoorn waar een hoeveelheid van 2.500 kilogram illegaal vuurwerk is gevonden. De verdachte was eigenaar van deze loods en was betrokken bij het uitladen van het vuurwerk. [10] De verdachte heeft weliswaar verklaard dat slechts een klein deel van het vuurwerk voor hem bestemd was maar de medeverdachte heeft (onder andere als getuige gehoord ter terechtzitting in hoger beroep) verklaard dat de loods zijn enige bestemming was en ook de zoon van de verdachte heeft verklaard dat zijn vader al weken in vuurwerk handelde. [11] Het hof acht het niet aannemelijk dat die verklaring onjuist of onbetrouwbaar zou zijn in verband met het gestelde ‘zachtaardige karakter’ van zijn zoon of invloed van paniek. Daarnaast verhoudt de verklaring van de verdachte zich niet met de (bestel)lijsten die in zijn kleding en in zijn auto zijn aangetroffen. [12] Hoewel de verdachte eerst zegt dat hij zowel de getypte als de handgeschreven briefjes van de man op de markt heeft ontvangen, verklaart hij later ter terechtzitting in hoger beroep dat hij het handschrift op pagina 23 herkent als dat van hem zelf. [13] Het hof is gezien het voorgaande van oordeel dat de verdachte als heer en meester over het vuurwerk kon beschikken en mitsdien de gehele hoeveelheid aangetroffen vuurwerk voorhanden heeft gehad.
Vrijspraak invoer
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het dossier biedt voor een bewezenverklaring van dit onderdeel onvoldoende aanknopingspunten.
Feit 2
Ook het tweede tenlastegelegde feit kan wettig en overtuigend worden bewezen nu de verdachte reeds ter terechtzitting in eerste aanleg heeft erkend dat de loods ongeschikt was om het daarin aangetroffen vuurwerk voorhanden te hebben. [14]
Vrijspraak medeplegen feit 1 en 2
Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan niet worden vastgesteld dat de verdachte zodanig nauw en bewust heeft samengewerkt met de medeverdachte bij het voorhanden hebben van vuurwerk, dat hij die handelingen heeft medegepleegd. De verdachte wordt mitsdien van dat deel van de tenlastelegging vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 26 november 2015 te Apeldoorn,
opzettelijk,
3474 stuks vuurwerk (lijst 3), te weten:
2400 stuks Super Cobra 6, en/of
40 stuks Cobra 8, en/of
600 stuks Butterfly Crackers, en/of
200 stuks Thunderkings (BBC01), en/of
200 stuks Thunderkings, en/of
20 stuks Thunderkings, en/of
2 flowerbeds (Triplex 2 36S Koncesja R01236), en/of
1. flowerbed (Triplex TXb196/UMC150-1,2), en/of
1. flowerbed (Triplex 1.2 150S combined cake D), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes), en/of
2 flowerbeds (Triplex TXB921), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes), en/of
1. flowerbed (Triplex TXB196/UMC150-1,2), en/of
3 flowerbeds (Triplex TXB868D), en/of
2 flowerbeds (Royal Fireworks RFC13103 All Seasons), en/of
ongeveer 1888 kilogram vuurwerk (lijst 2) bestaande uit onder meer flowerbeds en Chinese rollen en nitraten [FP3 Jorge] en Jumbocrackers,
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 26 november 2015 te Apeldoorn,
opzettelijk,
ongeveer 2500 kilogram vuurwerk voorhanden heeft gehad, buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4. en 3.2.1 Vuurwerkbesluit, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend die betrekking heeft op de opslag van vuurwerk,
immers heeft hij, verdachte,
3474 stuks vuurwerk (lijst 3), te weten:
2400 stuks Super Cobra 6, en
40 stuks Cobra 8, en
600 stuks Butterfly Crackers, en
200 stuks Thunderkings (BBC01), en
200 stuks Thunderkings, en
20 stuks Thunderkings, en
2 flowerbeds (Triplex 2 36S Koncesja R01236), en
1. flowerbed (Triplex TXb196/UMC150-1,2), en
1. flowerbed (Triplex 1.2 150S combined cake D), en
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes), en
2 flowerbeds (Triplex TXB921), en
1. flowerbed (Triplex TXB201 150's Cakes), en
1. flowerbed (Triplex TXB196/UMC150-1,2), en
3 flowerbeds (Triplex TXB868D), en
2 flowerbeds (Royal Fireworks RFC13103 All Seasons), en
ongeveer 1888 kilogram vuurwerk (lijst 2) bestaande uit onder meer flowerbeds en Chinese rollen en nitraten [FP3 Jorge] en/of Jumbocrackers,
in een bedrijfspand gelegen aan de [adres02] en in een aldaar geparkeerd voertuig met kenteken [kenteken01] voorhanden gehad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:
de eendaadse samenloop van
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan
en
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De economische kamer van de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht (8) maanden met aftrek van het voorarrest.
De raadsman heeft zich ten aanzien van een eventuele strafoplegging op het standpunt gesteld dat gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en hetgeen in soortgelijke zaken wordt opgelegd, aan de verdachte een taakstraf dan wel een geldboete dient te worden opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de overschrijding van de redelijke termijn en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid gevaarlijk en illegaal vuurwerk. De verdachte is eigenaar van een loods waar 2.500 kilogram vuurwerk is aangetroffen, en in deze loods waren meerdere personen aanwezig. Het gaat onder meer om 2.400 stuks (Super) Cobra 6 welke een grote explosieve kracht hebben en massa-explosief kunnen reageren: als eenmaal één mortier van het geheel afgaat, kan de hele partij exploderen. Het zonder deskundige kennis van zaken voorhanden hebben (en eventueel ontbranden) van dergelijk zwaar vuurwerk kan ernstig letsel aan personen en schade aan goederen doen ontstaan. Gezien de hoeveelheid en de zwaarte van het vuurwerk kan een explosie ervan zelfs ook de dood van omstanders of omwonenden tot gevolg hebben.
De (Europese) wetgever heeft het bezit van professioneel vuurwerk voor particulieren verboden met de strekking mens en milieu te beschermen tegen de mogelijke schade die het kan veroorzaken. De verdachte heeft dat verbod volledig genegeerd. Het hof rekent het de verdachte aan dat hij die bescherming heeft veronachtzaamt en de mensen om zich heen ernstig in gevaar heeft gebracht. De verdachte heeft daarmee onverantwoorde risico’s genomen ten aanzien van de algemene veiligheid van personen en goederen.
Bij het bepalen van de straf heeft het hof bij gebrek aan oriëntatiepunten voor dergelijke feiten onder andere acht geslagen op de straffen die zijn opgelegd in soortgelijke zaken. Naar het oordeel van het hof is in het onderhavige geval in beginsel uitsluitend een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een passende sanctie.
Voorts neemt het hof in aanmerking de rol van de verdachte en zijn proceshouding. Het hof gaat er vanuit dat de gehele partij vuurwerk voor de verdachte bestemd was en is op grond daarvan van oordeel dat de verdachte in vuurwerk handelde, hetgeen als strafverzwarende omstandigheid wordt meegenomen in de hoogte van de straf. De verdachte heeft geen openheid van zaken gegeven en geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Hij heeft er geen blijk van gegeven het verwijtbare en gevaarzettende van zijn handelen in te zien.
In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet het hof geen reden om een lagere straf op te leggen of een andere strafmodaliteit te kiezen.
Het hof neemt voorts in aanmerking dat in hoger beroep de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld, in deze zaak is dat de datum van inverzekeringstelling (26 november 2015). Het vonnis dateert van 27 december 2018 (dat is drie jaren en een maand na aanvang van de redelijke termijn) en het hof zal op 1 december 2022 arrest wijzen (dus vier jaren na het uitspreken van het vonnis), terwijl niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die de overschrijding rechtvaardigen.
Het hof zal de overschrijding van de redelijke termijn in het voordeel van de verdachte verdisconteren in de hoogte van de op te leggen straf. In beginsel acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van
14 maanden passend en geboden. Het hof zal echter, gelet op het voorgaande, een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Beslissing omtrent in beslag genomen en niet terug gegeven voorwerpen

In het dossier bevindt zich een ‘lijst van inbeslaggenomen voorwerpen’ van 10 oktober 2018. De 2.500 kilogram vuurwerk (nummer 10) die onder de verdachte in beslag is genomen dient te worden onttrokken aan het verkeer omdat de bewezenverklaarde feiten daarmee zijn begaan en het vuurwerk van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De overige voorwerpen (nummers 1 tot en met 9) op de beslaglijst dienen te worden teruggegeven aan de verdachte omdat de voorwerpen onder hem inbeslaggenomen zijn en op grond van het dossier niet is komen vast te staan dat een relatie bestaat tussen de voorwerpen en de bewezenverklaarde feiten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1 a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, en:
- 1.2.2 en 1.2.4 van het Vuurwerkbesluit.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
10. 2500.00 KG Vuurwerk.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. Geld Euro - Losgeld aangetroffen bij fouillering tot 1.306,25
2. 4.00 STUK Papier - Film/Fotomat/optiek doka apparatuur
3. 1.00 STK Administratie - sealbag met administratie
4. 11.00 STK Papier - Film/Fotomat/optiek doka apparatuur
5. 1.00 STK Administratie - sealbag met administratie
6. 1.00 STK Kaart - SIM en houder met KPN factuur mobiel
7. 1.00 STK Kaart - SIM PUK [nummer01] met houder simkaart
8. 1.00 STK Zaktelefoon Kl: ZWART SAMSUNG
9. 1.00 STK Bankbescheiden - bankafschrift Rabobank.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E. van Die, mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 december 2022.
mr. E. Van Die is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van het hof Amsterdam van de terechtzitting in hoger beroep van 17 november 2022.
2.Elk proces-verbaal van de politie dat in de bewijsmiddelen wordt gebezigd is in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en).
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 augustus 2020, PL2015578459, p. 1 en 2 (aanvullend proces-verbaal).
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 augustus 2020, p. 1 en 2 (aanvullend proces-verbaal).
5.Een proces-verbaal van bevindingen betreden loods [adres02] (het hof begrijpt dat is bedoeld
6.Een proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [adres02] van 30 november 2015, p. 28-31.
7.Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van 26 november 2015, ongenummerd.
8.Een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 13 januari 2016, in het bijzonder p. 151-187.
9.Voornoemde bijlages bij het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, p. 237-336.
10.Het proces-verbaal van de rechtbank Amsterdam van de terechtzitting in eerste aanleg van 13 december 2018.
11.Een proces-verbaal van verhoor bij inbewaringstelling van [medeverdachte01] , gedateerd op 2 december 2015.
12.Een proces-verbaal van bevindingen van in beslaggenomen administratieve stukken, pagina's 21-27 en een proces-verbaal van doorzoeking voertuig [kenteken02] , gedateerd 30 november 2015, documentcode 13 016, p. 34.
13.Het proces-verbaal van het hof Amsterdam van de terechtzitting in hoger beroep van 17 november 2022.
14.Het proces-verbaal van de rechtbank Amsterdam van de terechtzitting in eerste aanleg van 13 december 2018.