ECLI:NL:GHAMS:2022:3367
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- P.F.E. Geerlings
- M.J. Dubelaar
- Rechtspraak.nl
Beklag ex artikel 12 Sv inzake vernieling van een ruit van een treinstel met civielrechtelijke implicaties
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 november 2022 uitspraak gedaan in een beklagprocedure ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, een N.V. gevestigd te [vestigingsplaats01], had een beklag ingediend tegen de beslissing van het openbaar ministerie om geen vervolging in te stellen tegen beklaagde, die verdacht werd van het vernielen van een ruit van een treinstel. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 6 november 2021 heeft klaagster aangifte gedaan tegen beklaagde, die in een trein in slaap was gevallen. Toen hij wakker werd in een lege en afgesloten trein, heeft hij met een brandblusser een ruit ingeslagen om te kunnen ontsnappen. Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de aangifte van klaagster en de verklaring van beklaagde. Het hof concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn voor vernieling, maar dat vervolging niet opportuun is. Het hof oordeelt dat het voornamelijk om een civielrechtelijke aangelegenheid gaat, waarbij klaagster de mogelijkheid heeft om schadevergoeding te vorderen via de civiele rechter. Het hof wijst het beklag af, waarbij het de beslissing van het openbaar ministerie om niet te vervolgen billijkt. De beschikking is gegeven door de voorzitter en de raadsheren, en is ondertekend door de griffier.