ECLI:NL:GHAMS:2022:3358
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffen van curatele en instellen van bewind op verzoek van de betrokkene
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van de curatele van de betrokkene, geboren in 1957, en de instelling van een bewind. De betrokkene was sinds 13 augustus 2019 onder curatele gesteld vanwege zijn drank- en drugsmisbruik. De kantonrechter had eerder op 19 november 2021 het verzoek van de betrokkene tot opheffing van de curatele en instelling van een bewind afgewezen. De betrokkene is op 18 februari 2022 in hoger beroep gekomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 augustus 2022 heeft de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. N.S. van Es, zijn verbeterde situatie uiteengezet. Hij verblijft sinds november 2020 bij de Gastenburgh van het Leger des Heils en is een 'functionerend gebruiker' van methadon. De curator heeft ter zitting bevestigd dat de betrokkene sinds negen maanden stabiel is en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. Het hof heeft vastgesteld dat de noodzaak voor curatele niet meer bestaat, maar dat er nog wel behoefte is aan een bewind vanwege de financiële situatie van de betrokkene.
Het hof heeft de curatele opgeheven en een bewind ingesteld, met benoeming van [Z] als bewindvoerder. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 1:389 en 1:431 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij het hof heeft overwogen dat de betrokkene in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen met de juiste ondersteuning. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant.