In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976, was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging, die werd aangepast. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De advocaat-generaal had in hoger beroep een gevangenisstraf van 15 maanden geëist, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. De raadsman pleitte voor een lagere straf, verwijzend naar de ondergeschikte rol van de verdachte en zijn status als first-offender.
Het hof oordeelde dat de verdachte niet als ondergeschikt kon worden aangemerkt, aangezien hij de vrachtwagen had gehuurd en betrokken was bij de communicatie met afnemers. Het hof benadrukte de ernst van het feit, waarbij de verdachte een gevaarlijke situatie had gecreëerd door professioneel vuurwerk in handen te hebben zonder de vereiste kennis en faciliteiten. Uiteindelijk werd de gevangenisstraf vastgesteld op 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast werden twee telefoons in beslag genomen, waarvan de iPhone aan de verdachte werd teruggegeven, terwijl de andere telefoon, die gebruikt was voor illegale activiteiten, werd verbeurd verklaard. Het hof baseerde zijn beslissing op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en andere relevante wetgeving.