ECLI:NL:GHAMS:2022:3319
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot onpartijdigheid van rechters
Op 8 november 2022 heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was bij een strafzaak, stelde dat hij geen dossier had ontvangen, ondanks toezeggingen, en dat hij geen vertrouwen had in de onpartijdigheid van de raadsheren. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij verzoeker en de raadsheren aanwezig waren. De raadsheren boden aan om de processen-verbaal van eerdere zittingen voor te lezen, maar verzoeker weigerde dit en wilde de stukken eerst rustig bestuderen.
De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De beslissing van de raadsheren om de processen-verbaal aan te bieden was een processuele beslissing en kon niet leiden tot wraking. De wrakingskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Aangezien er geen blijk van vooringenomenheid was aangetoond, werd het verzoek tot wraking afgewezen.
De beslissing werd genomen door de rechters S.M.M. Bordenga, A.N. van de Beek en J.F. Aalders, en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.