ECLI:NL:GHAMS:2022:3237
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van gezamenlijk gezag en informatieregeling in het belang van de minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind, [minderjarige 1], geboren in 2007. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had verzocht om het eenhoofdig gezag over [minderjarige 1] toe te kennen, omdat zij vreesde dat het kind klem zou raken tussen de ouders. De man, verweerder in hoger beroep, verzocht de bestreden beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, maar oordeelt dat de vrouw onvoldoende heeft aangetoond dat de man niet meewerkt aan gezagsbeslissingen. Het hof heeft echter ook rekening gehouden met de wensen van [minderjarige 1], die geen contact met zijn vader wenst en het gezag van de man als belastend ervaart. Het hof heeft daarom besloten het gezamenlijk gezag te beëindigen en het eenhoofdig gezag aan de vrouw toe te kennen.
Daarnaast heeft het hof de door de rechtbank vastgestelde informatieregeling bekrachtigd, waarbij de vrouw de man eenmaal per jaar op de hoogte moet stellen van gewichtige aangelegenheden met betrekking tot [minderjarige 1]. Het verzoek van de man om periodiek een foto van [minderjarige 1] te ontvangen is afgewezen, omdat het hof oordeelt dat de minderjarige zelf moet beslissen aan wie hij een foto verstrekt. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.