ECLI:NL:GHAMS:2022:3231

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
200.297.858/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2022 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure. De zaak betreft de besloten vennootschappen ImmuHold B.V. en CBMR Scientific Nanoscience B.V., waarbij een onderzoek is bevolen naar het beleid en de gang van zaken van deze vennootschappen over de periode vanaf 1 augustus 2020. De onderzoeker, mr. C.J. Van Dijk, had eerder een verzoek ingediend om het budget voor het onderzoek te verhogen van € 15.000 naar € 20.000, exclusief BTW, vanwege extra werkzaamheden die voortvloeiden uit de reacties van de partijen op het concept onderzoeksverslag.

De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking van 31 oktober 2022 vastgesteld dat de onderzoeker zijn verzoek voldoende heeft onderbouwd. De gronden van de beslissing zijn dat de extra kosten voortkomen uit de verwerking van partijcommentaar, wat meer tijd in beslag neemt dan oorspronkelijk was voorzien. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat de verhoging van het budget niet onredelijk is en heeft het verzoek van de onderzoeker toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De betrokken partijen in deze procedure zijn onder andere de verzoekers [A], [B], en [C], en de verweersters Stichting Administratiekantoor ImmuHold, ImmuHold B.V., en CBMR Scientific Nanoscience B.V. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs, en de zaak heeft belangrijke implicaties voor de betrokken vennootschappen en hun aandeelhouders.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.297.858/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 31 oktober 2022
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIGITAL CONTROL CONSULTANCY HOLDING B.V.,
gevestigd te Valburg,
3.
[B],
wonende te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
VERZOEKERStevens
BELANGHEBBENDENmet betrekking tot het zelfstandig tegenverzoek,
advocaat:
mr. J.J.M. van Lint, kantoorhoudende te Sassenheim,
t e g e n
1. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR IMMUHOLD,
gevestigd te Doornenburg,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMMUHOLD B.V.,
gevestigd te Doornenburg,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CBMR SCIENTIFIC NANOSCIENCE B.V.,
gevestigd te Doornenburg,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. J.J.M. van Lint, kantoorhoudende te Sassenheim,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A MILLION DREAMS B.V.,
gevestigd te Tegelen,
2. de vennootschap naar Engels recht
CAMBRIDGE & CO INT.LLP.,
gevestigd te Feltham (Verenigd Koninkrijk),
3.
[D],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,belanghebbenden,
advocaat:
mr. H.M.L. Dings,kantoorhoudende te Venlo,
e n

1.[E] ,

wonende te [....] ,
2.
[F],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDENmet betrekking tot het zelfstandig tegenverzoek,
advocaat:
mr. J.J.M. van Lint, kantoorhoudende te Sassenheim.
Hierna zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekers als respectievelijk [A] , [B] en [C] en gezamenlijk als [A] c.s.,
  • verweersters als respectievelijk STAK, ImmuHold en CBMR en de laatste twee gezamenlijk als ImmuHold c.s.,
  • belanghebbenden als respectievelijk A Million Dreams, Cambridge, [D] (deze drie gezamenlijk ook als [D] c.s.), [E] en [F] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 4 en 25 november 2021 en 13 januari 2022, en de beschikking van de raadsheer-commissaris van 23 september 2022 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ImmuHold en CBMR over de periode vanaf 1 augustus 2020 en mr. C.J. Van Dijk (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Daarnaast heeft zij, bij wijze van onmiddellijke voorziening en voor de duur van de procedure, Cambridge geschorst als bestuurder van ImmuHold. In de beschikking van 13 januari 2022 zijn de onderzoekskosten vastgesteld.
1.3
Bij beschikking van 23 september 2022 heeft de raadsheer-c0mmissaris [D] c.s. niet ontvankelijk verklaard in hun primaire verzoek tot vervanging van de onderzoeker alsmede hun subsidiaire verzoek afgewezen tot het geven van een aanwijzing aan de onderzoeker om het onderzoek te hervatten en de in de reactie van [D] c.s. op het onderzoeksrapport genoemde (en nog niet-onderzochte en/of vermelde) feiten in zijn bevindingen te betrekken.
1.4
Bij e-mail van 13 oktober 2022 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek maximaal mag kosten te verhogen van € 15.000 tot €20.000, te vermeerderen met BTW. Partijen zijn bij e-mail van 13 oktober 2022 door de Ondernemingskamer in de gelegenheid gesteld zich over dat verzoek uit te laten.
1.5
Bij e-mail van 19 oktober 2022 heeft mr. Dings namens [D] c.s. bezwaar gemaakt tegen de verzochte verhoging. Bij e-mail van 20 oktober 2022 heeft mr. Van Lint namens [A] c.s., STAK, ImmuHold c.s., [E] en [F] bericht begrip te hebben voor de verzochte verhoging.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft door middel van een urenoverzicht de reeds door hem gemaakte kosten onderbouwd en daarbij toegelicht dat hij verwacht nog circa 10 uur tegen een uurtarief van € 275 exclusief BTW te moeten besteden aan het afronden van het onderzoeksverslag. De onderzoeker heeft toegelicht dat de budgetoverschrijding onder meer voortkomt uit de verwerking van door een van de partijen geuite bezwaren tegen het concept onderzoeksverslag.
2.2
Namens [D] c.s. is naar voren gebracht dat het lezen en verwerken van de reactie van partijen op het concept onderzoeksverslag tot de gebruikelijke werkzaamheden behoort en de verzochte verhoging niet kan rechtvaardigen. Volgens [D] c.s. is een verruiming van het onderzoeksbudget alleen te overwegen indien het aanvullende budget benodigd is voor een nader onderzoek naar de in de reactie van [D] c.s. op het concept onderzoeksverslag genoemde punten.
2.3
Uit de toelichting van de onderzoeker begrijpt de Ondernemingskamer dat het aanvullende budget benodigd is voor de afronding van het onderzoeksverslag en dat de budgetoverschrijding voortkomt uit de verwerking van het partijcommentaar, dat kennelijk meer tijd in beslag neemt dan in het plan van aanpak was voorzien. Dat deze werkzaamheden tot de gebruikelijke onderzoekswerkzaamheden behoren is juist, maar dat maakt niet dat een daarop gebaseerd verzoek tot verruiming van het onderzoeksbudget onrechtvaardig is. De Ondernemingskamer stelt vast dat de onderzoeker zijn verzoek afdoende heeft onderbouwd, dat op zichzelf niet is betwist dat de nog te verrichten werkzaamheden nodig zijn om het onderzoeksverslag te kunnen afronden en dat het om een beperkte verhoging gaat. Nu het verzochte bedrag de Ondernemingskamer bovendien niet onredelijk voorkomt, zal het verzoek van de onderzoeker worden ingewilligd. De Ondernemingskamer zal het verzoek tot kostenverhoging toewijzen zoals hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 4 november 2021 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van ImmuHold B.V. en CBMR Scientific Nanoscience B.V. ten hoogste mag kosten tot € 20.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar hij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.J. Wolfs raadsheren, prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en mr. D. Koopmans, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs op 31 oktober 2022.