Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing
(€ 4.700,-) aan de man te voldoen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure waarin de verdeling van verschillende voertuigen centraal staat. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, en de man, verweerder in het principaal hoger beroep, zijn betrokken bij de verdeling van de BMW 535 GTI, BMW X3 en BMW X1. De beschikking van de rechtbank van 18 november 2020 werd gedeeltelijk vernietigd, waarbij het hof de vrouw de gelegenheid gaf om haar stellingen met betrekking tot de BMW X3 te onderbouwen. De vrouw heeft echter geen stukken ingediend ter ondersteuning van haar claims, wat heeft geleid tot een beslissing van het hof om de BMW 535 GTI aan de vrouw toe te delen tegen een waarde van € 9.400,-, waarbij zij de helft daarvan aan de man moet voldoen. Voor de BMW X3 werd de waarde vastgesteld op € 7.000,-, ook hier moet de vrouw de helft aan de man betalen. De man heeft zijn stellingen over de BMW X1 voldoende onderbouwd, waardoor het hof niet kan vaststellen dat deze auto deel uitmaakte van de huwelijksgemeenschap. De vrouw's verzoek tot verdeling van de inboedel en de Porsche werd afgewezen. De beschikking is op 15 november 2022 openbaar uitgesproken.