Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Standpunt van klager
5.Beoordeling
“De vrijheid zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uiting te brengen kan aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die die bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de openbare veiligheid, voor de bescherming van de openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.”
naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlangd wordt, leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft’. Deze regel is voor een deel nader uitgewerkt in artikel 6 van de Verordening Beroeps- en gedragsregels 2011. Naast de ministerieplicht en de plicht tot dienstweigering geven de leden 3 en 4 van artikel 21 Wna een notaris de mogelijkheid een verzoek bepaalde werkzaamheden te verrichten in verband met de werkverdeling door te verwijzen naar een andere notaris binnen zijn onderneming of samenwerkingsverband of vanwege het specialistische karakter daarvan naar een andere notaris daarbuiten. Voorwaarde daarbij is telkens dat de notaris naar wie is doorverwezen het verzoek aanvaardt. Artikel 21 lid 5 Wna bepaalt ten slotte dat bij verordening nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van het tweede tot en met het vierde lid. Die verordening heeft nog niet het licht gezien.
Kamerstukken II1993-1994, 23 706, nr. 3, p. 25):