ECLI:NL:GHAMS:2022:3167

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 oktober 2022
Publicatiedatum
8 november 2022
Zaaknummer
23-000528-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep in een ontnemingszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam in een ontnemingszaak. De zaak betreft een verdachte die niet is verschenen op de zitting, omdat er geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland is. De advocaat-generaal heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat de oproeping voor de zitting is uitgereikt aan een medewerker van het openbaar ministerie, aangezien de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. De verdachte had op 21 januari 2021 een adres in Spanje opgegeven, maar er is niet aangetoond dat de oproeping naar dat adres is verzonden. Hierdoor is de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze betekend.

Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping om in hoger beroep te verschijnen niet geldig is, omdat de verdachte niet op de juiste manier is opgeroepen. Dit leidt tot de conclusie dat de oproeping in hoger beroep nietig moet worden verklaard. Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de griffier was aanwezig. Het hof heeft de beslissing genomen op basis van de wet en de feiten die tijdens de zitting zijn gepresenteerd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000528-21
datum uitspraak: 24 oktober 2022
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 2 maart 2021- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 maart 2017 in de ontnemingszaak onder parketnummer 13-665444-13 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1956,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 oktober 2022.
Namens de betrokkene is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

Uit de ter terechtzitting in hoger beroep door de advocaat-generaal overgelegde stukken blijkt dat een oproeping voor de terechtzitting van heden is uitgereikt aan een medewerker van het openbaar ministerie, omdat van de betrokkene geen woon- of verblijfsplaats bekend is.
Blijkens de bijgevoegde Informatiestaat SKDB-persoon van 22 augustus 2022 is op 21 januari 2021 een woon- of verblijfplaats opgegeven in het buitenland, te weten: [adres01] in Spanje. Niet is gebleken dat een oproeping voor de terechtzitting van heden is verzonden naar dat adres.
Hieruit volgt dat de oproeping om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de betrokkene is betekend. Nu de betrokkene niet ter terechtzitting is verschenen, dient de oproeping op grond daarvan nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. R.P. den Otter en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 oktober 2022.
Mr. A.P.M. van Rijn en mr. A. Dantuma-Hieronymus zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.