Uitspraak
1.primairhij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 mei 2017 te Haarlem en/of Hoofddorp en/of Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) en/of Zwanenburg, in elk geval in Nederland,
1.subsidiairhij op of omstreeks 4 mei 2017 te Haarlem en/of Hoofddorp en/of Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) en/of Zwanenburg, in elk geval in Nederland,
1.meer subsidiairhij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 mei 2017 te Haarlem en/of Hoofddorp en/of Amsterdam en/of Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) en/of Zwanenburg, in elk geval in Nederland,
2.primairhij in of omstreeks de periode van 7 mei 2017 tot en met 11 mei 2017 te Haarlem en/of Hoofddorp en/of Schiphol (gemeente Haarlemmermeer), in elk geval in Nederland,
2.subsidiairhij in of omstreeks de periode van 7 mei 2017 tot en met 11 mei 2017 te Haarlem en/of Hoofddorp en/of Schiphol (gemeente Haarlemmermeer), in elk geval in Nederland,
3.primair
3.subsidiairhij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 19 juni 2017 te Haarlem en/of Hoofddorp en/of Schiphol (gemeente Haarlemmermeer), in elk geval in Nederland,
4.hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 22 november 2017 te Haarlem en/of Zwanenburg en/of Hoofddorp en/of Schiphol (gemeente Haarlemmermeer), in ieder geval in Nederland,
Toen [medeverdachte 1] begreep dat [medeverdachte 2] [medeverdachte 3] niet kon bereiken kort voordat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] tot actie over zouden gaan, probeerde [medeverdachte 1] direct de verdachte te bellen. Hij belde drie maal achter elkaar naar diens nummer, rende intussen naar zijn auto en reed weg bij McDonalds. Kort nadat hij was weggereden meldde [medeverdachte 2] dat het contact alsnog tot stand was gekomen, kennelijk was dit voor [medeverdachte 1] aanleiding om terug te keren naar McDonalds.
Anderhalf uur nadat de tassen naar het huis van [medeverdachte 1] waren gebracht, zagen observanten de auto van [medeverdachte 1] bij het bedrijfspand van de verdachte staan. Nog geen vijf minuten na de laatste observatie belde [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] . Hij zei dat hij het had afgegeven en dat ze snel geld zouden krijgen.
De volgende dag, op 5 mei 2017, straalde de telefoon van [medeverdachte 1] in een tijdsbestek van een kleine drie uur negen keer aan bij de zendmast in de buurt van het bedrijfspand van de verdachte. Nog geen half uur na de laatste keer dat de paal was aangestraald, belde [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 4] met de mededeling dat hij geld had gekregen.
modus operandiin zaaksdossiers C2 en C3 feitelijke grondslag, aangezien de verdachte is vrijgesproken van het onder 2 en 3 ten laste gelegde (de zaaksdossiers C2 en C3). Tenslotte is van belang dat [medeverdachte 1] in het telefoongesprek in zaaksdossier C1 spreekt over een ‘proefie’, aldus de raadsvrouw.
De verklaringen van [medeverdachte 2]
Is er voldoende bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte?
Betrof het verdovende middelen in de twee tassen op 4 mei 2017?
heimelijk ingevoerd, maar dat ook buiten gerede twijfel kan worden vastgesteld dat sprake was van een
kostbaargoed. Dat [medeverdachte 1] op die dag tegen [medeverdachte 5] heeft gezegd dat het ‘proefie’ is gelukt, is onvoldoende om tot een andere conclusie te komen. Daarbij merkt het hof op dat [medeverdachte 5] , zoals de rechtbank ook reeds overwoog, geen vast onderdeel lijkt uit te maken van het samenwerkingsverband, zodat het niet bevreemdt dat aan hem wellicht onjuiste of misleidende informatie werd verstrekt.
modus operandials in zaaksdossier C2 (het onder 2 ten laste gelegde). De getuige [medeverdachte 2] heeft verklaard dat de verdachte in C1 de opdrachtgever is geweest en dat in C2 het verzoek was gedaan om eenzelfde actie uit te zetten als in C1. In C2 was in de kern sprake van dezelfde betrokkenen als bij C2, dus ook van betrokkenheid van de verdachte. De verdachte heeft zowel vóór als na de invoer van de 19 kilo cocaïne telefonisch contact gehad met de medeverdachte [medeverdachte 1] , waarbij de verdachte kennelijk informatie en opdrachten heeft verstrekt om de cocaïne na aankomst uit het vliegtuig te laten halen en verlengd in te voeren, zodat sprake is van medeplegen, aldus de advocaat-generaal.
1.primairhij in de periode van 3 mei 2017 tot en met 4 mei 2017 te Haarlem en Hoofddorp en Schiphol (gemeente Haarlemmermeer) en Zwanenburg, tezamen en in vereniging met een ander,
strafvorderlijkin beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen met nummers 14, 15 en 20, te weten de geldbedragen van onderscheidenlijk € 3.750,-, € 320,- en € 4.000,- teruggave aan de vermoedelijk rechthebbende, zijnde de verdachte, wordt bevolen. Voor het overige heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof dezelfde beslissingen ten aanzien van het beslag zal nemen als de rechtbank heeft gedaan.
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: