Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde01]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 10.160,87 (tienduizend honderdzestig euro en zevenentachtig cent) bestaande uit € 2.660,87 (tweeduizend zeshonderdzestig euro en zevenentachtig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
- 13 februari 2018 over een bedrag van € 1.476,50;
- 2 april 2020 over een bedrag van € 1.184,37;
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
3 november 2022.