ECLI:NL:GHAMS:2022:3092
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Huurrecht echtelijke woning; belangenafweging tussen man en vrouw na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep inzake de echtscheiding en de toedeling van het huurrecht van de voormalig echtelijke woning. De man en de vrouw, die in 2002 in Marokko zijn gehuwd en een minderjarige zoon hebben, zijn in een conflict verwikkeld over wie het huurrecht van de echtelijke woning toekomt na hun scheiding. De rechtbank had eerder bepaald dat de vrouw de huurster van de woning zou zijn, maar de man verzet zich hiertegen en stelt dat zijn belangen zwaarder wegen. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 september 2022 is gebleken dat de man ernstige gezondheidsproblemen heeft en al veertig jaar in de buurt woont, terwijl de vrouw met hun zoon in een opvanglocatie verblijft. Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van de vrouw, die de zorg voor hun zoon draagt, zwaarder weegt dan dat van de man. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de man af. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.