ECLI:NL:GHAMS:2022:3031
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en behoeftigheid in het kader van echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 25 oktober 2022, gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie na een echtscheiding. De vrouw, verzoekster in principaal hoger beroep, heeft in eerste aanleg een beschikking gekregen waarin haar partneralimentatie is vastgesteld op € 1.071,- bruto per maand. De vrouw verzoekt in hoger beroep om een verhoging van de alimentatie naar € 1.314,- per maand, terwijl de man, verweerder in principaal hoger beroep, verzoekt om niet-ontvankelijk verklaring van de vrouw in haar hoger beroep of afwijzing van haar verzoeken. De man heeft ook incidenteel hoger beroep ingesteld, waarin hij vraagt om beperking van de alimentatieduur tot zes maanden na de echtscheiding.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de duur van het huwelijk van 26 jaar en de zorg voor twee volwassen kinderen. De vrouw heeft tijdens het huwelijk nooit meer dan 24 uur per week gewerkt en heeft gezondheidsproblemen die haar werkcapaciteit beïnvloeden. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw een netto behoefte heeft van € 2.520,- per maand, terwijl haar huidige inkomen onvoldoende is om in haar levensonderhoud te voorzien. De man heeft voldoende draagkracht om de alimentatie te betalen, en het hof heeft geoordeeld dat de verzoeken van de man tot limitering van de alimentatie niet zijn onderbouwd.
De beslissing van het hof is dat de man aan de vrouw met ingang van 30 november 2021 een alimentatie van € 1.270,- per maand moet betalen. De proceskosten worden gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad. De eerdere beschikking van de rechtbank is voor het overige bekrachtigd.