Uitspraak
arrest
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
11september 2021 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2020; onder bovenvermeld zaak
3.Feiten
4.Beoordeling
(Buivids),punt 66).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om publicaties die door de geïntimeerde op zijn website zijn gedaan over de appellante, waarin zij wordt aangeduid als oplichter. De appellante vordert dat deze publicaties onrechtmatig zijn en dat de geïntimeerde schadeplichtig is, alsook een verbod op toekomstige publicaties. De zaak is in hoger beroep gekomen na een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de vorderingen van de appellante werden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de publicaties een verwerking van persoonsgegevens voor journalistieke doeleinden betroffen, waarbij de vrijheid van meningsuiting van de geïntimeerde zwaarder woog dan de privacy van de appellante. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat de verwerking van persoonsgegevens door de geïntimeerde inderdaad plaatsvond voor uitsluitend journalistieke doeleinden, zoals bedoeld in artikel 43 UAVG. Het hof concludeert dat de appellante geen recht heeft op rectificatie of wissing van gegevens, omdat de publicaties een bijdrage leveren aan een debat van openbaar belang. De grieven van de appellante worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellante wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.