ECLI:NL:GHAMS:2022:3005
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Lolkema
- S. Geensen
- E.C. van Eijck van Heslinga
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 september 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland op 7 februari 2022. De verdachte, geboren in 1999 te [geboorteplaats01], heeft tijdens de zitting aangegeven dat hij het hoger beroep niet wil handhaven en dat hij zijn eerder opgegeven bezwaren tegen het vonnis intrekt. Dit leidde tot de vraag of de verdachte ontvankelijk was in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door mr. M. Lolkema, met mr. S. Geensen en mr. E.C. van Eijck van Heslinga als griffiers.