Op 12 september 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 16 december 2021 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1990 te [geboorteplaats01], die werd beschuldigd van mishandeling gepleegd op 16 februari 2020 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, die geheel voorwaardelijk werd opgelegd. Dit betekent dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft ook de eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 18 maart 2021 vernietigd. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de griffiers mr. S. Geensen en mr. I. Peetoom. Zowel de verdachte als de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.