ECLI:NL:GHAMS:2022:2996
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking tot instelling van mentorschap ten behoeve van een alleenstaande moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beschikking van de kantonrechter van 17 februari 2022, waarbij een mentorschap was ingesteld voor [de vrouw]. [de vrouw] is geboren in 1992 en woont sinds 2017 met haar zoon bij [de stichting 1]. De kantonrechter had op verzoek van [de stichting 1] een mentorschap ingesteld, omdat er zorgen waren over de wilsbekwaamheid van [de vrouw] in het kader van haar wens om draagmoeder te worden.
In hoger beroep heeft [de vrouw] aangevoerd dat zij in staat is om haar eigen belangen te behartigen en dat er geen reden is voor het instellen van een mentorschap. Ze heeft een reguliere baan, een goed netwerk en is fysiek en mentaal gezond. De huidige mentor en [de stichting 1] hebben echter betoogd dat [de vrouw] kwetsbaar is en dat een mentorschap noodzakelijk is voor haar bescherming.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Het hof concludeert dat er op dit moment onvoldoende feiten of omstandigheden zijn die het instellen van een mentorschap rechtvaardigen. De wens van [de vrouw] om geen draagmoeder te worden en haar huidige situatie zijn doorslaggevend. Het hof vernietigt de beschikking van de kantonrechter en wijst het verzoek tot instelling van een mentorschap af.