Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
(...)
4.Clausules / Voorwaarden
5.Analyse
€ 47.492,94.
4.Beoordeling
Voorts dient de elektrische installatie te worden onderhouden overeenkomstig NEN-EN 501l0 (NEN 3140).”. De rechtbank heeft uit het gebruik van het woord “voorts” afgeleid dat dit een tweede, op zich zelf staande verplichting inhoudt voor de verzekerde. Het onderdeel van de clausule “
De maatschappij dient in het bezit te worden gesteld van een kopie van het certificaat NEN-EN 501l0 (NEN 3140)” houdt verband met deze tweede verplichting aangezien verwezen wordt naar dezelfde NEN-norm. De rechtbank heeft het betoog van [appellante] dat de vijfjaarstermijn die bij de eerste verplichting (controle van de installatie) wordt genoemd, ook geldt voor de tweede verplichting (onderhoud van de installatie), verworpen. De rechtbank heeft overwogen dat deze uitleg niet strookt met de bewoordingen van de clausule en dat nergens uit blijkt dat partijen een dergelijke uitleg zouden hebben bedoeld. De rechtbank heeft hieraan toegevoegd dat zo een uitleg ook niet voorstelbaar is omdat dit zou betekenen dat een verzekerde geen enkel onderhoud aan de elektrische installatie zou hoeven uit te voeren anders dan vlak voor het verstrijken van de vijfjaarstermijn, met alle risico’s van dien. Over het NEN 3140 certificaat heeft de rechtbank overwogen dat ook aan deze verplichting niet een termijn van vijf jaar is verbonden: op elk moment moet de verzekerde een kopie van het certificaat 3140 aan de verzekeraar kunnen overleggen, als bewijs dat de verzekerde aan haar constante onderhoudsplicht heeft voldaan.