Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
EASYJET AIRLINE COMPANY LIMITED,
1.Het geding in hoger beroep
2.2. De heenvlucht naar Mallorca op 12 juni 2019 zou door Easyjet worden uitgevoerd. De terugvlucht op 18 juni 2019 door Transavia.
[e-mailadres] , heeft Easyjet:
“Beste [appellante]Zoals beloofd ontvang je hierbij de bevestiging van het feit dat de openstaande betaling van boekingsnummer [X] (EUR 317.74) betaald is. (…)”
3.Beoordeling
- schadevergoeding ter hoogte van € 1.817,52 bestaande uit de reissom van € 1.359,33 vermeerderd met diverse kosten, en met de buitengerechtelijke incassokosten, het totaalbedrag vermeerderd met de wettelijke rente;
- een bedrag van € 1.600,-- , vermeerderd met rente, zijnde 4x € 400,-- op grond van de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake (kort gezegd) compensatie bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging (hierna ‘de Verordening’).
grief Ikomt [appellante] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat zij niet-ontvankelijk is in haar vordering als wettelijk vertegenwoordiger van haar zoon en dat zij om een procedure namens haar minderjarige zoon te voeren, daartoe op de voet van artikel 1:253k jo 1:349 lid 1 BW een machtiging van de kantonrechter nodig heeft. Wat hier ook van zij, deze grief kan niet leiden tot toewijzing van de vordering in hoger beroep voor zover deze ziet op haar minderjarige zoon, aangezien de dagvaarding in hoger beroep uitsluitend namens [appellante] pro se en niet tevens in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon is uitgebracht.
grief IIIbestrijdt [appellante] de afwijzing van de vordering tot schadevergoeding. Ook deze grief slaagt. [appellante] heeft als grondslag voor deze vordering gesteld dat Easyjet onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door [appellante] en haar reisgezelschap de toegang tot de vlucht van Amsterdam naar Mallorca op 12 juni 2019 te weigeren terwijl er geen deugdelijke grond aanwezig was voor deze weigering. [appellante] heeft onder 2.3.1 van de inleidende dagvaarding de door haar geleden schade toegelicht met verschillende posten, waaronder de kosten van de pakketreis, de reis- en annuleringsverzekering en de reiskosten naar Schiphol. Ook staat de gestelde schade, in voldoende oorzakelijk verband met het onrechtmatig handelen van Easyjet. Easyjet heeft dit alles in het geheel niet weersproken doordat zij zowel in eerste aanleg als in hoger beroep niet is verschenen.