ECLI:NL:GHAMS:2022:2933
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezagsbeëindiging van de moeder over kind 1
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot beëindiging van het gezag van de moeder over haar kind [kind 1]. De moeder had eerder in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 16 maart 2022, waarin het gezag van de oma over [kind 1] en [kind 2] was beëindigd. De moeder heeft drie kinderen, waarvan [kind 1] sinds 26 mei 2022 volledig bij haar woont. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder in staat is om de zorg voor [kind 1] te dragen en dat er geen sprake is van een situatie waarin het gezag van de moeder beëindigd moet worden. Het hof heeft geoordeeld dat niet is voldaan aan de criteria van artikel 1:266 BW, die vereisen dat de ontwikkeling van het kind ernstig wordt bedreigd en dat de ouder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen. Het verzoek van de Raad is daarom afgewezen, en de beschikking van de rechtbank is vernietigd voor zover deze betrekking had op het gezag van de moeder over [kind 1].