beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.300.115/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 11 januari 2022
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
[B] FOOD & COMPANY B.V.,
gevestigd te Bilthoven,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. R.W. Karskens, kantoorhoudende te Utrecht,
[B],
wonend te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.W. Karskens,kantoorhoudende te Utrecht.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster als [A] ;
- verweerster als de vennootschap;
- belanghebbende als [B] .
1.
Het verloop van het geding
1.1 [A] heeft bij verzoekschrift van 23 september 2021 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
1. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschap over de periode van 1 januari 2019 tot en met heden;
en voorts bij wijze van onmiddellijke voorziening
2. in tijdelijke afwijking van de statuten een commissaris te benoemen om toezicht te houden op de naleving van de vennootschappelijke orde en de mogelijkheden van ontvlechting van [B] en [A] te onderzoeken/te bewerkstelligen;
3. een tijdelijke beheerder te benoemen aan wie de aandelen van [B] (min één) worden overgedragen met ontneming van zeggenschap en beheer over deze aandelen aan [B] ;
4. dan wel een andere onmiddellijke voorziening die de Ondernemingskamer geraden acht.
1.2 De vennootschap heeft bij verweerschrift van 11 november 2021 de Ondernemingskamer verzocht [A] in haar verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel dit verzoek af te wijzen en [A] te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3 Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 2 december 2021. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen. De vennootschap heeft nog nadere producties in het geding gebracht. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
2 Inleiding en feiten
2.1[B] en [A] zijn ex-echtgenoten. Zij zijn gedurende 26 jaar gehuwd geweest. Zij hebben samen drie kinderen.
2.2De vennootschap is op 9 mei 1997 opgericht door [B] ; hij was destijds enig aandeelhouder. De vennootschap houdt zich bezig met de marketing van en de detail- en groothandel in levensmiddelen en het al dan niet met anderen deelnemen in andere vennootschappen/ondernemingen. De activiteiten van de vennootschap bestaan op dit moment uit beleggen (in andere vennootschappen, onroerend goed en effecten).
2.3Op 28 december 2018 zijn de statuten van de vennootschap gewijzigd, waarbij de helft van de aandelen min één is omgezet in stemrechtloze aandelen. Deze stemrechtloze aandelen zijn vervolgens bij akte van schenking van dezelfde datum door [B] aan [A] geschonken. De schenking betrof, zoals [B] ter zitting heeft erkend, een compensatie voor inspanningen die verzoekster vanaf 1997 voor de vennootschap en voor een participatie van de vennootschap (‘Snoooze’) had verricht. Na de schenking houdt [A] 49,9% van de aandelen in de vennootschap en [B] 50,1%.
2.4[A] en [B] zijn gescheiden op 2 december 2019 te Oostenrijk.
2.5Bij e-mailberichten van 9 en 11 maart 2021 heeft [A] aan [B] verzocht om een aandeelhoudersvergadering te beleggen teneinde de financiële situatie van de onderneming te bespreken. [B] heeft daarop niet gereageerd. Bij brief van 21 april 2021 heeft de advocaat van [A] aan [B] bericht dat de jaarrekening 2019 weliswaar was gedeponeerd, maar dat deze niet op een aandeelhoudersvergadering was vastgesteld. Verder heeft hij zich beklaagd over het uitblijven van door [A] gevraagde financiële informatie en heeft hij de suggestie gedaan om in overleg te treden over een eventuele exit van [A] .
2.6Bij brief van 27 april 2021 is [A] uitgenodigd voor een algemene vergadering op 25 mei 2021 te München.
2.7Bij brief van 25 mei 2021 heeft de advocaat van [A] bezwaar gemaakt tegen een algemene vergadering in München, erop gewezen dat in de statuten van de vennootschap is bepaald dat zonder instemming van [A] geen vergaderingen buiten de gemeente van vestiging van de vennootschap kunnen worden gehouden en om informatie over de jaarrekening 2019 en 2020 verzocht.
2.8Bij brief van 28 mei 2021 heeft [B] aan de advocaat van [A] het aanbod gedaan om de aandelen van [A] over te nemen tegen de ten tijde van de schenking door de Oostenrijkse belastingdienst gehanteerde waarde van € 1,-.
2.9Bij brief van 9 juli 2021 heeft [A] bij monde van haar advocaat haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken bij de vennootschap bij het bestuur kenbaar gemaakt.
2.1Bij e-mailbericht van 9 juli 2021 heeft [B] [A] uitgenodigd voor een digitale aandeelhoudersvergadering op 26 juli 2021. De agenda voor deze vergadering heeft [B] op 23 juli 2021 aan [A] gemaild (de statuten van de vennootschap schrijven een termijn van acht dagen voor voor de oproeping inclusief de te behandelen onderwerpen). [A] is bij de vergadering aanwezig geweest. Haar advocaat werd niet toegelaten. De advocaat van [A] heeft bij brief van 30 juli 2021 bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken en de nietigheid van beweerdelijk ter vergadering genomen besluiten ingeroepen.
2.11Op 26 oktober 2021 heeft een algemene vergadering plaatsgevonden (digitaal) waarbij [A] en haar advocaat aanwezig waren. Tijdens deze vergadering zijn de jaarrekening 2019 en de jaarrekening 2020 van de vennootschap vastgesteld. Voorts is besloten om de winst over 2019 ad € 455.886 en de winst over 2020 ad € 164.975 toe te voegen aan de reserves.
3 Ontvankelijkheid
3.1Dat het, zoals [B] heeft betoogd, [A] helemaal niet te doen is om een onderzoek, maar dat zij met het onderhavige verzoek uitsluitend druk op [B] wil zetten om haar uit te kopen, is onvoldoende gebleken. [A] heeft voldoende toegelicht welk belang zij heeft bij haar verzoek (met name: informatieverstrekking en een redelijk dividendbeleid). [A] is derhalve ontvankelijk in haar verzoek.