ECLI:NL:GHAMS:2022:2925

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
23-003446-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van boten en aanhanger met strafmotivering en positieve ontwikkelingen verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1983, was eerder veroordeeld voor diefstallen en stond terecht voor de diefstal van twee boten, een buitenboordmotor, een aanhanger en een trailer. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van een buitenboordmotor (Yamaha F80) en een motorboot (Negombo Boat 22) op 24 juni 2021 te IJmuiden, en een boot van het merk Honwave op 12 juli 2021 te Hoofddorp. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal zoals tenlastegelegd en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 63 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 240 uren. Het hof heeft rekening gehouden met de positieve ontwikkelingen in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een stabilisatie van zijn leefsituatie en een betaalde baan. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf werd afgewezen, omdat het hof de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging nam.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003446-21
datum uitspraak: 14 oktober 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 14 december 2021 in gevoegde strafzaken onder, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, de parketnummers 15-167038-21 (zaak A) en 15-183754-21 (zaak B), alsmede 15-296640-19 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 september 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg, tenlastegelegd dat:
zaak met parketnummer 15-167038-21 (zaak A):
primair
hij op of omstreeks 24 juni 2021 te IJmuiden, gemeente Velsen
- een buitenboordmotor (Yamaha F80) en/of
- een motorboot (Negombo Boat 22) en/of
- een aanhanger,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair
hij op of omstreeks 24 juni 2021 te IJmuiden, gemeente Velsen, een buitenboordmotor (Yamaha F80), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
zaak met parketnummer 15-183754-21 (gevoegd, zaak B):primair
hij op of omstreeks 12 juli 2021 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een vaartuig (een boot van het merk Honwave) en/of een trailer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen vaartuig en/of trailer onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking:
subsidiair:
hij op of omstreeks 12 juli 2021 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, een vaartuig (een boot van het merk Honwave) en/of een trailer, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring, kwalificatie en strafoplegging komt.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak A primair en in de zaak B primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zaak A primair:hij op 24 juni 2021 te IJmuiden, gemeente Velsen, een buitenboordmotor (Yamaha F80), een motorboot (Negombo Boat 22) en een aanhanger die aan [benadeelde 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
zaak B primair:hij op 12 juli 2021 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, een boot van het merk Honwave en een trailer die aan [benadeelde 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte het weg te nemen vaartuig en de trailer onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Hetgeen in de zaak A primair en in de zaak B primair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in zaak A primair en in B primair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in zaak A primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
Het in zaak B primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het in de zaak A primair en in de zaak B primair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in zaak A primair en in zaak B primair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in zaak A primair en in zaak B primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 63 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van twee boten, een buitenboordmotor, een aanhanger en een trailer. Deze goederen vertegenwoordigen een grote waarde en hij heeft daarmee fors inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de slachtoffers. Diefstal is een hinderlijk feit dat voor slachtoffers veel ergernis, rompslomp en financiële schade kan veroorzaken.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 15 september 2022 is hij eerder onherroepelijk veroordeeld voor diefstallen. Dit weegt in het nadeel van de verdachte.
Mede gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen in geval van recidive plegen te worden opgelegd en gelet op de ernst van de feiten zou de in eerste aanleg opgelegde (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder meer passend zijn. Toch zal het hof daar in dit geval niet voor kiezen. Daartoe is het volgende van belang.
Uit een e-mailbericht van 28 september 2022 van de begeleider van de verdachte bij het Leger des Heils, een brief van 27 september 2022 van de cliëntondersteuner van de verdachte bij de stichting waar hij werkzaam is en uit hetgeen de raadsman en de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep naar voren hebben gebracht blijkt dat de leefsituatie van de verdachte zich in toenemende mate lijkt te stabiliseren. De verdachte heeft via de gemeente en het Leger des Heils een ‘kanswoning’ toegewezen gekregen, die op zijn naam zal komen te staan als hij een ambulant begeleidingstraject van 2 jaar positief doorloopt. Het Leger des Heils is positief over de verdachte en heeft beschreven dat de begeleiding ‘tot dusver zeer goed verloopt’. De verdachte heeft een betaalde baan, werkt fulltime en komt zijn afspraken goed na. De cliëntondersteuner van de verdachte bij de stichting waar hij werkzaam is onderschrijft dat sprake is van positieve ontwikkelingen en heeft aangegeven dat alcohol en drugs ‘niet meer bij de verdachte horen’. Verder staat de verdachte onder bewind en is hij bezig met zijn bewindvoerder een financieel plan op te stellen gericht op de toekomst. Daarnaast slikt de verdachte slaapmedicatie en medicatie voor de bij hem vastgestelde ADHD. Er lijkt meer rust, ritme en regelmaat in zijn leven te zijn gekomen, waardoor de basis is gelegd om langzaamaan een volwaardige positie in de maatschappij te krijgen.
Deze positieve ontwikkelingen vinden weerklank in genoemd uittreksel uit de Justitiële Documentatie, in die zin dat daaruit blijkt dat de verdachte geen misdrijven meer heeft begaan die ter kennis van justitie zijn gekomen. Daarmee lijkt een hardnekkig recidivepatroon vooralsnog tot een halt gekomen. Het hof acht het in het belang van de verdachte, maar (met het oog op het voorkomen van recidive) zeker ook in dat van de samenleving dat deze ingezette positieve ontwikkelingen niet worden doorkruist door een straf die zou meebrengen dat de verdachte op dit moment opnieuw gedetineerd zou raken. Daarom zal het hof een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan het voorarrest en het overige deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm gieten, gecombineerd met een taakstraf. Hiermee wil het hof enerzijds de ernst van de feiten benadrukken en beoogt het de verdachte anderzijds te doordringen van de noodzaak zich in de toekomst verre te houden van het plegen van strafbare feiten en hem te stimuleren om op het rechte pad te blijven.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 maart 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 weken met aftrek van het voorarrest.
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De raadsman en de advocaat-generaal hebben het hof verzocht de vordering tenuitvoerlegging af te wijzen.
Het hof acht termen aanwezig om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals in de strafmotivering genoemd acht het hof toewijzing daarvan op dit moment niet opportuun.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in zaak A primair en in zaak B primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in zaak A primair en in zaak B primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
63 (drieënzestig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
60 (zestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 26 juni 2021, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 maart 2020 met parketnummer 15-296640-19 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 4 weken met aftrek van het voorarrest.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. D. Radder en mr. V.M.A. Sinnige, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 oktober 2022.