Uitspraak
mr. J.E. Stam, kantoorhoudende te Naarden,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. J.P.P. Latouren
D.A.Q. Willemse, kantoorhoudende te Amsterdam, thans
mr. J.C.F. Kooijmans, kantoorhoudende te Zwolle.
Gerechtshof Amsterdam
In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 21 januari 2022, wordt het verloop van het geding besproken met betrekking tot de besloten vennootschap [A]. De Ondernemingskamer verwijst naar eerdere beschikkingen in deze zaak, waarin een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de verweerster, de besloten vennootschap [B], is bevolen. Dit onderzoek, dat begon met een beschikking op 20 september 2019, heeft als doel inzicht te krijgen in de gang van zaken binnen Food Group, de verweerster in deze procedure.
De onderzoeker, mr. R.J.W. Analbers, heeft op 19 januari 2022 het verslag van het onderzoek ingediend bij de Ondernemingskamer. De griffier heeft dit verslag ter griffie neergelegd, waarna de Ondernemingskamer kennis heeft genomen van de inhoud. Gezien de belangen van de betrokken partijen en de inhoud van het verslag, heeft de Ondernemingskamer besloten dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden, zoals bepaald in artikel 2:353 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. De uitspraak is openbaar gedaan, waarbij de betrokken rechters en de griffier aanwezig waren.