ECLI:NL:GHAMS:2022:2894

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
10 oktober 2022
Zaaknummer
23-002513-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling van levensgezel met bijzondere voorwaarden voor straf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van mishandeling van zijn levensgezel, die op het moment van het incident zeven maanden zwanger was. De mishandeling vond plaats op 29 maart 2021 te Diemen, waar de verdachte zijn levensgezel hard tegen de grond duwde en haar gezicht tegen een kast duwde. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een nauwe persoonlijke relatie tussen de verdachte en de aangeefster, waardoor zij als levensgezel kan worden aangemerkt in de zin van artikel 304 van het Wetboek van Strafrecht.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, waarvan 20 uur voorwaardelijk, en 30 dagen hechtenis, waarvan 10 dagen voorwaardelijk. De bijzondere voorwaarden omvatten een meldplicht bij de reclassering en deelname aan ambulante behandeling. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn (ex-)partner, die zich in een kwetsbare positie bevond, wat het hof zwaar heeft aangerekend. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002513-21
datum uitspraak: 28 september 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 september 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-087909-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
14 september 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw ter terechtzitting naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 29 maart 2021 te Diemen, in elk geval in Nederland, zijn levensgezel, [slachtoffer], heeft mishandeld door haar lichaam, terwijl zij 7 maanden zwanger is, één of meermalen (hard) tegen de grond te duwen/gooien en/of door haar gezicht één of meermalen (hard) tegen een kast te duwen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en straf komt.

Bewijsoverweging

De advocaat-generaal heeft vrijspraak van het strafverzwarende element ‘levensgezel’ gevorderd.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
De toelichting bij de nota van wijziging bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de wet van 22 december 2005, Stb. 2006, 11 (Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima) houdt onder meer in:
“Met het begrip «levensgezel» wordt aangesloten bij de algemene aanwijzingen voor de regelgeving (AR 72a), waarin dit begrip is aangewezen voor twee meerderjarigen die, anders dan als elkaars echtgenoot, «met elkaar een nauwe persoonlijke betrekking onderhouden». Het begrip komt momenteel in ongeveer tien andere wetten voor - o.a. het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Faillissementswet en de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens -, vaak naast de begrippen echtgenoot en geregistreerde partner.
Bij de beoordeling of sprake is van een «levensgezel» zijn de volgende aspecten van belang:
- of sprake is van een gemeenschappelijke huishouding
- de duur van de gemeenschappelijke huishouding
- of er een relatie van affectieve aard is, en met name
- of betrokkenen kennelijk uitgaan van een nauwe lotsverbondenheid.
Doorslaggevend is in het begrip «levensgezel» evenwel, als gezegd, de nauwe persoonlijke betrekking van een zekere hechtheid. Het moet gaan om een relatie die qua hechtheid vergelijkbaar is met die tussen echtgenoten of geregistreerde partners. Deze is niet per se met het enkele feit van het samenwonen gegeven en vereist ook niet per se dat betrokkenen met elkaar samenwonen.”
(Kamerstukken II 2002/03, 28 484, nr. 5, p. 5)
Uit het dossier en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting komt naar voren dat de verdachte en aangeefster [slachtoffer] ten tijde van het incident ongeveer een jaar een relatie hadden en dat aangeefster zwanger was van hun kind. Hoewel ze niet samenwoonden, waren zij dagelijks bij elkaar en deelden zij volgens de verdachte ook de boodschappen. Onder die omstandigheden is naar het oordeel van het hof tussen de verdachte en aangeefster sprake van een dusdanig nauwe persoonlijke betrekking van een zekere duur en hechtheid, dat aangeefster kan worden aangemerkt als levensgezel van de verdachte in de zin van artikel 304 van het Wetboek van Strafrecht.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 29 maart 2021 te Diemen, zijn levensgezel, [slachtoffer], heeft mishandeld door haar lichaam, terwijl zij 7 maanden zwanger is, tegen de grond te duwen en door haar gezicht tegen een kast te duwen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren waarvan 20 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een meldplicht bij de reclassering als bijzondere voorwaarde.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met een proeftijd van 3 jaren. Als bijzondere voorwaarden vordert zij de oplegging van een meldplicht en deelname aan ambulante behandeling.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van zijn (ex-)partner, die op dat moment hoogzwanger was van hun zoon. Deze mishandeling vond bovendien binnenshuis plaats, een plek waar aangeefster zich bij uitstek veilig zou moeten kunnen voelen. Het hof rekent dit de verdachte zeer aan.
De verdachte is blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 30 augustus 2022 eerder, in 2012 en 2015, veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De reclassering heeft in haar rapport van 6 september 2022 geadviseerd tot een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling.
Het hof acht, alles afwegende, een deels voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur met bijzondere voorwaarden passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd:
Meldplicht
Veroordeelde meldt zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij het Leger des Heils Jeugdbescherming en de Reclassering op het adres [adres 2]. Veroordeelde blijft zich gedurende de proeftijd melden op afspraken met de Reclassering, zo vaak en zo lang de Reclassering dat gedurende de proeftijd nodig vindt en houdt zich aan de aanwijzingen van de Reclassering.
Ambulante behandeling
Veroordeelde stelt zich onder behandeling van het FACT team van de forensische polikliniek Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de Reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de Reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waaronder ook het nemen van medicijnen kan vallen.
Geeft opdracht aan de Reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D. Abels, mr. R. Kuiper en mr. M. Senden en, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 september 2022.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]